Aflevering 157 najaar 2007
ik heel veel van doen. Dat liep heel lekker met de drukker uit Koosterzande.
Iets dergelijks gebeurde ook bij het boek met Zeeuwse Kinderliedjes. Ook
daar heb ik de lay-out en illustraties van dichtbij meegemaakt. Dat is dus
het verzamelen van de tekeningen, soms zelf illustraties maken en samen
met de drukker puzzelen over de tekst en illustraties om er samen een
mooi boek van te maken.
Welke hoogtepunten herinner je je nog goed
Dat waren allereerst de jaarlijkse dialectdagen in Kapelle. Altijd op de
derde zaterdag in oktober. Het was een hele organisatie en gelukkig kon ik
in die periode wat gas terugnemen op m'n werk. Anders was het niet
mogelijk geweest om die dagen in Kapelle op deze manier te organiseren. Ik
denk dan vooral aan het ophalen van de Zeeuwse boeken bij diverse
boekhandelaren. Veel bezoekers van deze dialectdagen kwamen van buiten
Zeeland. Op een gegeven moment waren er 910 leden, waarvan er ruim
tweehonderd de dialectdag bezochten. Die kwamen niet alleen voor de
animatie in de grote zaal, maar ook voor onze boekenstand. Toen ging er
heel wat geld over onze toonbank. Na afloop van deze dialectdag moesten
de restanten van de boeken allemaal terug naar de boekwinkels en moest
er afgerekend worden. Dat kostte veel tijd en vooral veel rekenwerk. Maar
al die tijdsinvesteringen wogen ruimschoots op tegen leuke contacten op
die dag en daarna met de bezoekers. De amicale omgang met de leden van
de dialectvereniging was altijd heel plezierig. Vanwege deze goede sfeer
heb ik het zoveel jaar kunnen volhouden.
Is er veel veranderd in de afgelopen jaren?
Eigenlijk niet. Toen ik afscheid nam, had ik er alle vertrouwen in dat mijn
opvolgers op de ingeslagen weg zouden verder gaan. Dat is ook gebeurd.
De dialectendagen zijn nog altijd in Kapelle, nog altijd op de derde zaterdag
in oktober en de gezellige sfeer is gelukkig gebleven.
Met Nehalennia is het zelfs vooruit gegaan. Vooral de omslag vind ik een
verbetering. Aan Nehalennia heb ik altijd veel tijd besteed. De teksten
kwamen bij ons binnen en Koos maakte bijna alles persklaar. Met de
teksten, foto's en tekeningen ging ik vervolgens naar de drukker. Daar
spraken we alles door en na een paar weken haalde ik de pas gedrukte
Nehalennia's op. Samen met Koos zorgden we voor de verzending. Bij ons
kwamen de leuke, maar soms ook de minder leuke reacties binnen. Want
denk niet, dat dialectmensen een blad voor de mond houden. Gelukkig
hebben we nooit echte problemen gehad, want de mensen snapten ook
wel, dat we ons best deden om er een schitterende uitgave van te maken.
En dat lukte bijna altijd. Vandaar dat we veel complimentjes kregen. En we
zorgden ervoor dat Nehalennia altijd op tijd de deur uitging. Ook al
moesten we er soms tot in de late uurtjes aan werken. Want elke keer als
het seizoen veranderde, viel Nehalennia bij de leden op de deurmat.
Gebeurde dat niet, dan werd er steevast naar ons gebeld. 'Hoe zit dat? We
hebben de Nehalennia nog niet gekregen'.
Je weet dat er misschien veranderingen aankomen?
Ik heb ervan gehoord. De WHA heeft een teruglopend aantal leden en
mogelijk dat deze een fusie aangaat met de Werkgroep Kunstgeschiedenis.
Vroeger hebben we ook eens zoiets aan de hand gehad. Toen zou er een