Spreken Zeeuwen Ingweoons?1
Aflevering 158 winter 2007
7
Veronique De Tier
Wat is Ingweoons?
In oktober jl. verscheen het Zeeuws Etymologisch Woordenboek van Frans
Debrabandere.2 Eerder schreef hij al een dergelijk woordenboek voor het
West-Vlaams en voor het Oost- en Zeeuws-Vlaams. In dit woordenboek
probeert de auteur de herkomst van Zeeuwse dialectwoorden te
doorgronden. Een taalkundige term die we hier en daar vinden is
Ingweoons. In grote delen van Zeeland vinden we immers nog sporen van
Kustgermaanse woorden in de dialecten en in de plaatsnamen. Naar
aanleiding van het verschijnen van het Zeeuws etymologisch woordenboek
zochten wij enkele Zeeuwse voorbeelden voor u op. Frans Debrabandere
geeft in zijn woordenboek een duidelijke omschrijving van wat Ingweoons
nu eigenlijk is: "Ook Noordzeegermaans of Kustgermaans genoemd.
Kenmerkend voor de kustdialecten, nl. de West-Germaanse dialecten of
talen aan de Noordzee. Hierdoor heeft het West-Vlaams heel wat gemeen
met het Engels en het Hollands. Ingweoons is b.v. de vorm muide
(Diksmuide, Arnemuiden, IJmuiden, Ter Muiden) tegenover Frankisch
monde munp, waaruit E. mouth (eveneens zonder ri). Ontronding van
umlauts-K tot i in pit, rik 'rug', dinne 'dun', krikke 'kruk', zoals in E. pit, thin.
Vgl. ook de pin. Stalhille tegenover Lotenhulle, met hille 'heuvel', zoals E.
hill. Een ander voorbeeld is de ie voor uu in lien lieden tgo. lui(den),
bestier 'bestuur', uier 'vuur'." Op deze voorbeelden gaan we hieronder wat
dieper in.
De term ingweoons is afkomstig van Tacitus, die in zijn Germania spreekt
van de proximi Oceano Ingaevones 'de Ingweonen die het dichtst bij de
oceaan wonen'. Bij Tacitus is daar zeker niet een door een bepaalde taal
gekenmerkte groep Germanen mee bedoeld. In de historische taalkunde
heeft de term later een taalkundige betekenis gekregen.3
Pitten en briggen
Een veel gebruikt voorbeeld van een Kustgermaans verschijnsel is de
ontronding van de u tot i in pit 'put', rik 'rug', dinne 'dun', krikke 'kruk' of
brigge 'brug', zoals in het Engelse pit, thin enz. Elke Zeeuw kan wel enkele
woorden bedenken van dit type. De Ingweoonse vormen blijven vaak
bewaard in eigennamen, langer dan in gewone woorden. Denken we in dit
geval bijvoorbeeld aan de Zeeuwse plaatsnaam Brigdamme, een gehucht
van Middelburg of aan de eigennaam brikhoofd brik'ööt 'bruggenhoofd'),
als naam voor een hoek van een polder bij Baarland waar vroeger een
houten bruggetje lag De vorm brigge treffen we nu nog wel aan in
Schouwen. Een brigge of brisse is in het Zeeuws ook een losse bodem in de
spinde. In deze betekenis is het bekend in het Goereese Ouddorp. De vorm
met i is ook nog bewaard gebleven in briggeslee, een slee met ijzeren
beslag, waarop ploegen en eggen naar het land gesleept werden, en later
vervangen werden door driewielkarren. De bestuurder stond op de slee, als
hij de paarden bestuurde. De pennen op de slee dienden om de leidsels aan
te binden, als de slee stilstond.
Din en dun worden in Zeeland door elkaar gebruikt: dinne hoorden we