Aflevering 159 voorjaar 2008 Mude, vielen onder hun juridische gezag. Dit verklaart ook de plaatsnaam in de titel van het vonnis: Ter Muden: van eenen scepe. Het is een belangrijke, prestigieuze bevoegdheid en niet voor niets noemen de bestuurders zich altijd de schepenen van de stad Mude en het Waterrecht. Waar de zitting werd gehouden is niet zeker. Indien het hierna te beschrijven proces plaatsvond in de tweede helft van de veertiende eeuw waarschijnlijk in het schepenhuis van Mude. Bij een latere datum van de zaak, midden vijftiende eeuw, komt het rechtshuis van de Watere in Nieuw- Mude in aanmerking, op de linkeroever van de Sluise haven. Daar stond ook de gevangenis van de Watere, waar 'waterverdachten' gevangen werden gezet. Ook andere plaatsen voor berechting en detentie van misdrijven op het Zwin worden genoemd: het Huis van de Watere, het schepenhuis van den Waterrecht en de Steen van de Watere aan het Hendrik Baststraatje, een zijstraat van de Markt te Sluis. Deze vermeldingen slaan waarschijnlijk op latere, zestiende-eeuwse situaties. Rechtsgang en rechtsbronnen De rechtsgang, dat wil zeggen de aanklacht, het onderzoek, de bewijsvoering en vooral de interpretatie, het oordeel en de uitspraak, volgde die van de in Vlaanderen historisch gegroeide procedures. Het einddoel was uiteraard het herstel van het recht tussen de partijen. Belangrijke instrumenten daarbij waren bewijzen, getuigen, bekentenissen, precedenten en rechtsbronnen. Een zeer voorname rechtsbron voor uitspraken over geschillen op het Zwin was het Vlaamse zeerecht. Van deze veertiende-eeuwse Vonnissen vanden waterrechten ten Damme in Vlaen deren bestaan nog verscheidene afschriften - de oudste is van 1407 (bewaard in het Brugse Rijksarchief)- De regels zijn later uitgebreid en overgenomen door alle havensteden in Noord- en Noord-Oost-Europa. Samenspel tussen baljuw en schepenen De baljuw is tijdens de rechtszaak in zijn hoedanigheid van gerechtsofficier de maner: hij regelt het verloop van het proces, nodigt (op een verplichtende wijze) de rechters uit recht te spreken en voert daarna het recht uit. De schepenen bepalen als rechters het ogenblik van de zitting, vormen zich een mening over de feiten, zij oordelen en vonnissen. Tussen baljuw als gerechtsofficier en de rechters is continu overleg. Bij elke volgende stap in de zaak dient de officier advies te vragen over de juiste procesgang; dit volgens het uitgangspunt: de gerechtsofficier is het lichaam met de 'uitvoerende' ledematen, hij 'doet het recht', terwijl de schepenen het verstand zijn en 'het recht weten en spreken'. Vaststelling, bekendmaking en uitnodiging De schepenen stellen de datum van het geding wettelijkcken dincghedachj vast. De baljuw laat dit publiekelijk bekendmaken in de Mudense Sint- Annakerk van de kansel of, voorafgegaan door trompetgeschal of een bekkenslag, op de markt. Hij nodigt zowel de klager uit als de beklaagde. Die uitnodiging kan op twee manieren verricht zijn: individueel aan Jan Weytemoet, thuis, en aan Jan Pateel op het schip, of publiekelijk via en tegelijk met de zojuist genoemde openbare bekendmaking. De rechtszaak vond vaak drie dagen plaats na de dagvaarding. De zitting is voor iedereen toegankelijk.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2008 | | pagina 12