Aflevering 159 voorjaar 2008 vinden is in het westen van het taalgebied. Roos is hier een benaming die verwijst naar de kleur: rode bloemen worden heel vaak benoemd met roos. 7. knopherik: wolderik De knopherik is een hoge, behaarde kruisbloemige met gele, witte of paarse bloemen, steeds donker geaderd. De zaadjes zitten in hauwtjes, die tussen de zaden ingesnoerd zijn. Knopherik kruist erg gemakkelijk met verwante planten. De benamingen die zijn opgenomen in Dialect in Oost- Zeeuwsch-Vlaanderen zijn herik en herink (éri(n)k, jérik), walderik en zemp. Walderik en wolderik zijn opgegeven door Heukels voor het Land van Hulst en de oostelijke grensstreek. Voor herik in het algemeen zien we dat walderik voorkomt in het Waasland en in de grensstreek. Ook zemp komt vrij vaak voor in West-Zeeuws- Vlaanderen. In het WZD staat walderik als benaming voor herik opgenomen (en niet specifiek voor knopherik), maar het verwijst naar Heukels en voegt eraan toe dat het niet bevestigd is. Walderik en wolderik is wel opgegeven voor West-Vlaanderen, o.a. in De Bo/Samijn en in Paque (bijvoegsel). Wolderik is een uitspraakvariant van walderik. Walderik is een samenstelling van wal +hederik. Hederik zou een afleiding zijn van de Latijnse benaming (glechomahederacea, dat 'aardveil, hondsdraf' betekende, maar is overgegaan op vele andere soorten en daarbij ook verschillende vormen aannam: herik, herink, Wal betekent hier gewoon 'ophoging van grond', of in sommige gevallen 'sloot'. Wol is een uitspraakvariant die in deze streek wel eens meer voorkomt. Zemp is afgeleid van het Latijnse sinapis dat 'mosterd' betekent. Een andere naam voor herik is immers wilde mosterd. Slot Ik besprak hierboven enkele van de benamingen uit het lijstje van De Bruijckere die niet in het WZD zijn geattesteerd in de betekenis die hij eraan gaf. De redenen voor het niet opnemen of niet voorkomen in het dialectwoordenboek kunnen divers zijn. De informanten kennen de (specifieke) benaming niet, die specifieke term is niet opgevraagd in de vragenlijsten die gebruikt werden om het woordenboek te maken of - wat dikwijls het geval is - het gaat om een benaming die niet alleen in Zeeland gebruikt wordt en die daardoor als te algemeen beschouwd wordt. Toch mag uit dit kleine overzicht blijken dat de woorden die niet in het WZD zijn opgetekend, toch in enkele andere bronnen wel te vinden zijn, of ze zijn wel opgetekend maar in een iets afwijkende betekenis of in het Supplement. Op de een of andere manier blijven deze specifieke (Zeeuwse) woorden dus bewaard voor het nageslacht. Literatuur Brok, H. Enkele bloemnamen in de Nederlandse Dialecten (Amsterdam 1991). Bruijckere, de R.C.C., Onkruiden in Zeeuwsch-Vlaanderen, hun bestrijding en hun economische betekenis. Bruijckere, R.C.C. de, z.j. (ca. 1950). Onkruiden in Zeeuwsch-Vlaanderen. Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst voor Zeeuwsch-Vlaanderen te Axel, pp. (2 ongenummerd, 1- 38), 14,5 x 20, 5 cm, groene buitenblad, gestencild (z.j. [ca. 1950]).

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2008 | | pagina 27