38 Aflevering 159 voorjaar 2008 Tot aan de restauratie van het uurwerk en de beiaard in 1971/72 moest het uurwerk dagelijks worden opgewonden. Rond 1955 was dit het werk van gemeentebode J. Brouwer (foto: W.L. den Beer Poortugael). Deze laatste klok, gegoten bij de firma Petit Fritsen heeft een diameter van 83 cm en weegt 365 kg, met als randschrift 'Lest Best' (toon b?). De kosten ervan heeft de 'Stichting Veere' voor zijn rekening genomen. Nadat hij op 24 april 1950 in de toren was gehangen was de beiaard compleet. Bij deze grondige restauratie werd de speeltrommel geëlektrificeerd, waardoor er uitloopmaten vrijkwamen. Hierdoor kon de trommel, met zijn diameter van 152 cm in de omtrek in 120 maten worden verdeeld. Het gewicht ervan dat in de toren hing, werd verplaatst naar de zolder. In plaats van een kwartierslag koos men voor een halfuurslag, waardoor er langere melodieën op de trommel gestoken konden worden. Het klavier, dat boven de trommel is aangebracht, bevat 38 trekkers. Tot aan de restauratie in 1971/72 moesten de beide slagwerken en het gangwerk nog met de hand worden opgewonden, waarna ook deze werden geëlektrificeerd. Met dank aan dhr. H. Fritsen van de Koninklijke Klokkengieterij Petit Fritsen B.V. te Aarle-Rixtel, kan hier nog vermeld worden dat deze firma in 1959 een nieuw beiaardklokje heeft gegoten, toon Ais, diameter ca. 258 mm, ca. 14 kg ter vervanging van een gescheurd klokje met dezelfde toon. Restauratie van het carillon in 1971 - 1972 Omdat de beiaard eind zestiger jaren van de vorige eeuw onbespeelbaar was geworden, verzocht het gemeentebestuur de firma Eijsbouts uit Asten een onderzoek in te stellen naar de staat van het carillon. Hierbij bleek, dat een grondige opknapbeurt hard nodig was, terwijl deze firma ook nogal wat kritiek uitte op de in de jaren 1948 tot 1950 uitgevoerde restauratie. De firma Petit Fritsen had voor de naoorlogse situatie wel goed materiaal geleverd, doch men vond dat de nieuwe klokken geen harmonisch geheel vormden met de oude Van den Gheyn klokken. Deze waren wolliger en opener van klank, terwijl door toepassing van moderne metaallegeringen ze in verhouding ook groter waren. Derhalve stelde men voor om een aantal Petit Fritsen klokken te vervangen door oude klokken, die in het museum 'De Schotse Huizen' werden bewaard en nog in redelijke conditie verkeerden. Door milieu- en weersinvloeden waren er ook veel gecorrodeerd, waardoor ze ontstemd waren en droog klonken, terwijl de tonen ook meer zwevingen vertoonden dan binnen de normen viel. Om de beiaard voor onze moderne muziekliteratuur bespeelbaar te maken, was het noodzakelijk om het aantal klokken met tenminste 2 uit te breiden. Daar ook het klavier niet meer aan de in 1949 door de Ned. Klokkenvereniging aanvaarde standaardnormen voldeed, raadde men aan een nieuw te maken, aangepast aan de kleine behuizing van de speelkamer. Om het gehele speelwerk solide en onderhoudsvrij te maken, zouden de ijzeren en sterk gesleten klepels vervangen moeten worden door exemplaren uit mangaanmessing en het ijzerwerk en dergelijke uit gesmeed koper en roestvrij staal. De klepels voor het automatische spel konden uit esthetisch oogpunt het beste boven de klok worden gemonteerd, waardoor

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2008 | | pagina 42