Aflevering 159 voorjaar 2008 39 I De klepels voor het I automatische spel 1 zijn uit esthetisch oogpunt bij de I restauratie van de I beiaard in 1971/72 boven de klokken gemonteerd foto J.H. \Midavaine, 1984). de tuimelaars achterwege gelaten konden worden. Om het een en ander te realiseren zou er meer ruimte in de klokkentoren nodig zijn, die voor een groot deel sinds 1948 gevuld werd door de schommelstoel van de luidklok. Deze moest komen te vervallen en vervangen worden door een elektrische klepinstallatie. Mede dankzij steun van de 'Stichting Veere' was het gemeentebestuur in staat deze restauratie uit te voeren, zelfs zo, dat de beiaard met 12 discantklokjes kon worden uitgebreid, zodat ze nu in totaal 47 klokken telt. De oude slagklok uit 1593 heeft men uit historisch oogpunt en vanwege zijn unieke karakter weer aan het plafond van de lantaarn gehangen. Sinds die tijd worden er de hele uren op geslagen en wordt hij 'geluid' voor aanvang van de kerkdiensten. Op 3 juni 1972 werd de vernieuwde beiaard met een concert door de stadsbeiaardier Piet Broerse en Romke de Waard feestelijk in gebruik genomen. In De Zingende Torens van Nederland door R. de Jong, A. Lehr en R. de Waard (een uitgave van de Nederlandse Klokkenspel-Vereniging) staat het volgende overzicht van het huidige klokkenspel: 'De beiaard telt 47 klokken volgens de reeks gl (ca. 540 kg)-al-bl-chromatisch-g5 die, gestemd in de middentoonstemming op basis g, op het klavier zijn aangesloten als c2-d2-e2- chromatisch<6. Hiervan zijn in 1734/35 door Peter van den Gheyn gegoten de klokken met slagtonen gl-al-bl-gis2-a2<is3-dis3-e3-fis3-g3-gis3-ais3-b3<4-cis4- dis4-f4 (17 stuks), in 1789/90 door Andreas Jozef van den Gheyn cis2-d2-f2- fis2-g2-d3-d4-fis4-g4 (9 stuks), in 1948 door Petit Fritsen c2-f3 en in 1959 door dezelfde gieter a3, in 1972 door Eijsbouts tenslotte dis2-e2-ais2-b2-c3-e4 en gis4 t.m. g5 (18 stuks)'. Noten 1. Zie bijlage 1 in de volgende aflevering. 2. Gepubliceerd in Bulletin van de Koninklijke Nederlandsche Oudheidkundige Bond15 september 1965. 3. (J.W. Perrels, Bulletin van de Koninklijke Nederlandsche Oudheidkundige Bond, 15 september 1965, blz. 140, stadsrekening 1460, 11de maand, 3de week): 'item gegeven den slootmaker van der hant opter stede huus gaende te makene an torloge 20 gr'). 4. Men betaalde Willem den Timmerman (J.W. Perrels, Middelburgsche Courant, 18 maart 1925): 'Stadsrekening 1476/77, 4de maand, 3de week: van die clocke te hangen in den toorn opter stedehuys 6 schei, en van die voirs. clocke schoon te maaken eer men ze op hinge 4 gr', en Jacob de Slotenmaker ontving voor een 'clocstringe van het horloge te vermaken 3 sch. 4 gr'. 5. ZA, SAV inv. nr. 357, Rekeninghe der stede vander Vere beginnende XX octobris anno 1111c LXXXI. 5e maand, vierde week (1 maart 1482 - 7 maart 1482): Van een clocstrenge ende van een trosse V s. IIII gr. 6e maand, eerste week (8 maart 1482 - 14 maart 1482): Willem de temmerman van de tafele vanden orologie upten stedehuys te maken ende thout daer toe te leveren ende een dach temmeren tsamen V s. X gr. Den stoeldrayer upt hooft van III rollen an dorologe upt stedehuys XII gr. 6e maand, tweede week (15 maart 1482 - 21 maart 1482): Vranck de glaesmaker van XLVII voeten glas gemaect anden toorn an dat huyrwerck ende zijn VI glazen onder groot ende cleyn II gr. de voet facit tsamen VII s X gr.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2008 | | pagina 43