56
Aflevering 159 voorjaar 2008
Vroonlandseweg 27,
vroeger het kloppend
hart van de
Vereniging voor
Dialectonderzoek
(foto Pau Heerschap
allerhartelijkst, zoals altijd. Bas is in zijn werkkamer bezig het een en ander
te ordenen. Voor mij ligt al een stapeltje gereed: oude nummers van
Nehalennia, boeken die hij dubbel heeft. 'Misschien kun je er iets mee.Da
kan ik zeker.
Na de thee begint het vraaggesprek met Koos. Bas heeft zich weer in zijn
werkkamer/atelier teruggetrokken, maar wordt soms tijdens hel
gesprek even door Koos geraadpleegd om iets zeker te weten,
want ze hebben het werk eigenlijk altijd samen gedaan.
Hoe ben je eigenlijk bij de vereniging gekomen?
Door Bas ben ik bij de Vereniging gekomen. Bas zat in de
Werkgroep voor Historie en Archeologie van het Koninklijk
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen en was later ook
actief in de Dialectvereniging. Hij heeft nog samengewerkt rr et
mevrouw Ghijsen van het woordenboek en mevrouw Van de
Putte. Bas was penningmeester van de Werkgroep en
mevrouw Van de Putte van de Vereniging voor
Dialectonderzoek. Zo werden allerlei zaken in Domburg
besproken. Bas maakte dan de jaarstukken en samen stelden
ze ook het Bulletin samen. Later werd dat Nehalennia. Ik weet
nog, we zijn nog naar de begrafenis van mevrouw Van de Putte
geweest.
Eigenlijk werd ik automatisch bij al die zaken betrokken. Dan
moesten al die kaartjes, later werden dat plaatjes, van het
adressenbestand verwerkt worden. Bas had toen ook nog zijn werk en ik
zei toen: 'Dat wil ik wel doen.' Zo ging ik al die zaken bijhouden, in die tijd
allemaal nog heel tijdrovend. Op den duur werd het allemaal meer en meer,
Zo werd ik ook gevraagd om de kopij voor Nehalennia uit te tikken. In het
begin was dat nog zo'n klein boekje, maar vanaf nummer 29 werd dat
steeds omvangrijker en vanaf die tijd heb ik steeds heel Nehalennia
uitgetikt. Eerst had ik nog maar een kleine typmachine en later kwam er
een grotere, zo'n bolkopmachine en later zijn we op de computer
overgegaan. Veel kopij was handgeschreven en die kwam dan èn naar
mevrouw Van den Broecke, de hoofdredacteur van de regioboeken, èn naar
ons. Ook de vormgeving deden we helemaal zelf en zo ging dat dan
allemaal naar de drukker, naar Van Velzen in Krabbendijke. Dat was het
betere knip- plakwerk, zeiden we dan wel eens.
Dus je was altijd heel nauw bij al die zaken betrokken?
Ja, in het begin ging ik niet mee naar de bestuursvergaderingen in
Middelburg, maar op een gegeven moment werd daar gezegd: 'Kom nu
alsjeblieft ook mee naar die vergaderingen, want daar wordt alles
besproken voor Nehalennia en dan is het veel praktischer dat je het zelf
hoort, dan dat je alles via Bas moet horen.' Het werd ook steeds drukker,
want ook de organisatie van de dialectdag en de dag van de Werkgroep
voor Historie en Archeologie kwamen erbij. Dan verzorgde ik ook de
uitnodigingen, maakte de enveloppen voor verzending klaar en deed de
financiële afwikkeling.
Die dialectendagen zijn er altijd geweest?
Nee, die zijn in 1977 begonnen. Mevrouw Van den Broecke kwam met het