Jan Weytemoet die sende I scip in Oostlant
2
Aflevering 159 voorjaar 2008
De zaak van het verdobbelde handelsschip
Arco Willeboordse
Het leven van een middeleeuws koopman ging niet over rozen. Zeker niet
van een koopman die handel dreef met landen over zee. Want waar moest
hij niet allemaal rekening mee houden: koopwaar die op tijd geleverd moest
worden (vooral de bederfelijke goederen), betalingstermijnen,
havenautoriteiten, de druk van compagnons, schulden, stapelrechten,
privileges van concurrenten, periodes waarin niet gevaren en feestdagen
waarop niet gehandeld mocht worden en nog zo veel meer. En wat een
risico's: verouderde schepen, stormen, zandbanken, schipbreuk,
zeerovers, oorlogen, arbeidsstakingen van lossers en laders, de bemanning
die er vandoor kon gaan - en was de kapitein wel ervaren genoeg? Er kon
veel mis gaan en er ging ook vaak veel mis. Een heel apart geval dat in
hetzelfde rijtje past, wordt beschreven in het hoofdstuk Vonnissen in het
Boek met de Knoophet Aardenburgse middeleeuwse stadsboek. Vonnis 3
behandelt de casus van Jan Weytemoet en Jan Pateel. Het is getiteld Ter
Muden: van eenen scepe.
Jan Weytemoet die sende I scip in Oostlant
Jan Weytemoet die sende I scip in Oostlant bi der zouten zee met eenen man,
die meester was van den scepe, ende hi hadde dat tsier an tscip.
Jan Weytemoet zond een schip over zee naar het Oostland, dat onder bevel
stond van een man die de kapitein was en tevens de stuurman.
Datering
Ene Jan Weytemoet bezat een schip dat hij naar het Oostlant stuurde. Hij
had voor het schip betaald, blijkt later uit het vonnis, en er onder andere
het hout en ijzer voor geleverd. Waarschijnlijk was hij dus niet alleen
eigenaar van het schip, maar ook de opdrachtgever tot de bouw ervan.
Wanneer dat gebeurde weten we niet, het vonnis is namelijk ongedateerd.
Alleen de taal, het handschrift en de plaats van het vonnis in het Boek met
de Knoop kan daarover bij benadering enige informatie geven. Het boek is
gedurende twee eeuwen door verscheidene stadsschrijvers gebruikt om
rechtsteksten, wetsregels, voorschriften, verordeningen en vonnissen in
vast te leggen. De meeste van de klerken zijn anoniem, maar ze hebben wel
allen een individueel, karakteristiek handschrift. De eerste geschreven
teksten (sommige gedateerd, de meeste ongedateerd) werden
opgeschreven rond het jaar 1330, de laatste in het eerste kwart van de
zestiende eeuw. Het vonnis Ter Muden: van eenen scepe staat op de
voorzijde van blad 75 en is genoteerd door een schrijver waarvan de
teksten kunnen worden gedateerd in de periode c. 1340-1380. Mogelijk
speelt de zaak-Weytemoet in deze jaren.
Oostlant
De tekst maakt gewag van het Oostlant. Met deze term werd het gebied
aangeduid dat zich uitstrekte van Overijssel tot Noord-West-Rusland. Dit