Aflevering 160 zomer 2008 Afb. 7. Detail van kanon Ritthem- 014: opgebouwd uit smeedijzeren staven en hoepels. Duidelijk is het (aangetaste) oppervlak in de concretie zichtbaar. Vooral de hoepels zijn zwaar aangetast en van de linkerring is het originele oppervlak zelfs nagenoeg totaal verdwenen (het zwart in de concretie duidt op holle ruimtes, ontstaan door verdwenen ijzer). Men kan wel nagaan wat het betekent de concretie hier zomaar weg te bikken (röntgenopname Rob Penders/RTD Afb. 8. Tromp (vuurmond) van kanon Ritthem-015 in de concretie. Dit kanon is waarschijnlijk ook van smeedijzer, maar heeft geen hoepen. Zie ook hier hoezeer het originele oppervlak is aangetast (röntgenopname Rob Penders/RTD). zo belangrijke tak, gedurende vredestijd vrijgesteld van naleving, omdat hier de handel in laagwaardige goederen (als zout en graan) de vaart beheerste en hoge eisen aan uitrusting en bewapening de transportkosten voor dergelijke bulkgoederen onacceptabel zouden verhogen. Zolang de vrede duurde was de verordening na 1551 dus alleen voor de westvaart van toepassing. Deze ordonnanties zijn belangrijk voor ons verhaal, omdat ze onder meer bepaalden hoeveel stukken geschut de schepen - handelsschepen - in verhouding tot hun tonnage aan boord moesten hebben. Op schepen van 200-250 ton moesten volgens voorschrift 20 kanonnen aanwezig zijn (en voldoende bemanning om ze te kunnen bedienen), op schepen van 250-300 ton waren 22 kanonnen voorgeschreven.13 Gevechtshandelingen Uit het waardestellend onderzoek op het wrak Ritthem komt naar voren dat in totaal minstens 10 of 11 kanonnen aan boord waren. Het is natuurlijk geenszins gezegd dat alle kanonnen reeds zijn gevonden, of zelfs dat de berging van stukken in het verleden in volle omvang bij ons bekend is geworden. Echter, een aantal van 10 of 11 stuks is vergeleken met bovengenoemde voorbeelden van 20 of meer kanonnen niet een zó groot aantal, dat het uitsluitend verklaard kan worden door te denken aan een schip met oor/ogsfunctie. Eén kanon met Bourgondisch wapen is eventueel

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2008 | | pagina 12