Aflevering 160 zomer 2008 ook anders wel te begrijpen. Zonder nader onderzoek is vooralsnog niet met zekerheid vast te stellen of het hier inderdaad ging om een schip dat door het centraal gezag was uitgerust voor de strijd ter zee, zoals het voorkomen van het Bourgondische wapen wel lijkt te impliceren, of dat het 'gewoon' een groot handelsschip betrof, dat geheel volgens de regels van de ordonnanties van 1550/1551 was uitgerust en bewapend. Dat zou dan op zijn beurt wel duiden op een Nederlandse of Spaanse nationaliteit en op het vaargebied: bestemd voor de westvaart. Hoe het ook zij, het is aannemelijk dat het schip de beginjaren van de Tachtigjarige Oorlog heeft meegemaakt en mogelijk is het zelfs betrokken geweest bij gevechtshandelingen, al dan niet aan de zijde van de Geuzen. Vooral in de periode 1572, toen Vlissingen overging naar de Prins van Oranje, tot 1574, toen uiteindelijk ook Middelburg als laatste stad op Walcheren werd opgegeven door de Spanjaarden, is in deze contreien flink gevochten, zeker ook op de Westerschelde. Een bekend voorbeeld zijn de gevechten in 1573 te land en te water om Fort Rammekens. En dat is nu precies de locatie waar wrak Ritthem na een verblijf van eeuwen op de zeebodem weer is teruggevonden. Wat is eigenlijk nog het belang van deze vindplaats? Het is duidelijk niet meer een compleet schip en lading en uitrusting zijn grotendeels allang weggespoeld. Toch is dit wrak te beschouwen als van groot archeologisch belang. Enerzijds kan dit schip waarschijnlijk in relatie gebracht worden met historische gebeurtenissen van regionaal en nationaal belang. Het kan zo een bijdrage leveren aan onze historische beeldvorming. Anderzijds kan het dienen als bijzondere bron voor het onderzoek van historische scheepsbouw en historisch scheepsgeschut. Van historische scheepsbouw zijn uit deze tijd in het geheel geen geschreven bronnen beschikbaar en ook bouwtekeningen bestonden nog lang niet. De eerste contemporaine boeken over scheepsbouw in de Nederlanden dateren pas van ruim een eeuw na de bouw van het Ritthemse schip. Het boek van Nicolaes Witsen Aeloude en hedendaegsche scheeps bouw en bestier (Amsterdam, 1671) beschrijft de toen gebruikte ontwerp en bouwwijzes in Amsterdam en Hollands Noorderkwartier en het boek van Cornelis van Yk De Nederlandsche scheeps-bouw-konst open gestelt (Amsterdam, 1697) beschrijft de bouwtraditie in en rond Rotterdam. Er blijken grote regionale verschillen te bestaan. Van Zeeland kennen we over dit onderwerp totaal geen geschreven bronnenmateriaal uit 16de en 17de eeuw, noch enige archeologische scheepsresten. Eigenlijk weten we niets Afb. 9. Kanon Ritthem-018; een kleine achterlader met gebroken loop huidige lengte 168 cm). Rechts is de tromp, links is de houder voor de kruitkan met los ervoor de verwisselbare kruitkan en de wig. De stok ontbreekt. Van dit kanon is de concretie weggebikt en daarmee is het originele oppervlak (ongedocumenteerd) verdwenen foto Ton Penders/RACM). Afb. 10. Kanon Ritthem-018. Detail van de achterkant met de kruitkan in de houder geplaatst en vastgezet met de wig. Een dergelijk kanon had altijd meerdere kruitkannen, zodat snel opnieuw geladen kon worden foto Ton Penders/RACM).

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2008 | | pagina 13