Aflevering 160 zomer 2008 over het ontwerpen en bouwen van schepen in deze regio en periode en zelfs weten we niet precies hoe de schepen er qua constructie uitzagen. Eventuele afbeeldingen tonen schepen uitsluitend van de buitenkant en boven de waterlijn. Bovendien zijn het vaak erg gestyleerde weergaven van de werkelijkheid. Het was nooit het primaire doel van de schilder of tekenaar om precies te laten zien hoe een schip in elkaar zat. Kortom: elke nieuw beschikbare informatie kan wezenlijke kennis toevoegen over tal van vragen over dit onderwerp. naamgeving identiek is. Zonder het echte materiaal is het helemaal lastig en komt het onderzoek maar moeizaam verder." Daarom kan een vondstcomplex zoals dit wrak Ritthem ook belangrijk zijn voor het onderzoek naar historisch scheepsgeschut. Binnen één goed gedateerd en gesloten vondstcomplex worden verschillende types kanonnen bij elkaar aangetroffen: brons, smeedijzer en gietijzer, voorladers en achterladers, oude modellen, 'moderne' modellen en van verschillende afmetingen en kalibers. Besluit Concluderend: identificatie als vroeg oorlogsschip, of als zwaar bewapend handelsschip met zowel resten van constructie als bewapening, maakt de vindplaats bijzonder. Een vergelijkbaar scheepsrestant is niet bekend in Nederland en de kans er alsnog een te vinden is klein, zeker in de Westerschelde. Het wrakrestant heeft dan ook hoge informatiewaarde. Tegelijkertijd is vastgesteld, dat de resten ernstig bedreigd worden, vooral door de oprukkende, zeer diepe hoofdgeul. Het wrak is hierdoor deels al onderspoeld. En een punt, dat in dit artikel niet aan de orde is geweest, is dat het wrak misschien wel eveneens bedreigd wordt door de voorgenomen derde verruiming van de Westerschelde. Daarom moet getracht worden op korte termijn de informatie, die in het wrak besloten ligt, veilig te stellen. Dit kan eigenlijk alleen door het op te graven. Afb. 11. Kanon Ritthem-019. Dit was een achterlader lengte 276 cm) met van links naar rechts de stok, de houder met een kruitkan in positie en rechtsvoor de tromp. Het kanon is opgehangen in een mik en was dus een draaibas. Ook van dit kanon is de concretie weggebikt en is het originele oppervlak (ongedocumenteerd) verdwenen (foto Ton Penders/RACM). Kanonnen uit de 16de eeuw vormen eveneens een weerbarstig onderwerp voor hun onderzoekers, niet alleen conserveringstechnisch, maar ook qua historisch (bronnen)onderzoek. Er is in historische documenten sprake van een grote veelheid van historische typenamen, zoals couleuvers, bassen, slangen, serpentijnen, falcons en falconetten, om er maar een paar te noemen. Er is soms sprake van hele stukken, halve stukken en kwartstukken en al die terminologie moet vooral iets zeggen over afmetingen en kalibers. Van enige vorm van standaardisatie lijkt nog lang geen sprake en het is nog onvoldoende duidelijk wat altijd precies onder al die verschillend genaamde stukken verstaan moet worden. Een enkele keer zijn bij verschillende typenamen uit de bijbehorende beschrijving helemaal geen verschillen te herkennen. Omgekeerd komt het voor, dat uit gegeven beschrijvingen belangrijke verschillen blijken, terwijl de

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2008 | | pagina 14