Oud-Sabbinge 800 Aflevering 160 zomer 2008 Sabbinge en het eiland Wolfaartsdijk tot het midden van de veertiende eeuw P.A. Henderikx In februari van dit jaar herdacht de bevolking van Oud-Sabbinge dat de oudst bekende schriftelijke vermelding van het dorp van precies 800 jaar geleden dateert. Voor de organisatoren van de festiviteiten was dat een reden om mij te vragen de feestende inwoners iets te vertellen over de allervroegste geschiedenis van hun dorp. De tekst van de lezing die ik toen heb gehouden, staat hieronder, gevolgd door enige aanvullende gegevens over de nederzettingsgeschiedenis van Oud-Sabbinge en het eiland Wolfaartsdijk in de periode tussen ca. 1200 en de desastreuze overstromingen in de veertiende eeuw. Sabbinge rond 1200 De tekst waarin Oud-Sabbinge - dat tot in de negentiende eeuw eenvoudigweg Sabbinge heette - voor het eerst voorkomt, is een privilege van 13 februari 1208 van graaf Willem 1 van Holland en Zeeland voor de norbertijner Onze Lieve Vrouwe-abdij in Middelburg.1 Het charter bevindt zich in het archief van de Middelburgse abdij in het Zeeuws Archief (zie afbeelding l).2 Voor de geschiedenis van Sabbinge is niet zozeer de inhoud van dit privilege van belang, als wel het feit dat in de oorkonde een zekere Egidius (Gillis) van Sabbinge als getuige wordt genoemd. Deze komt ook in twee andere oorkonden voor, namelijk in een ongedateerd stuk van vermoedelijk ca. 1204, en in een oorkonde van 1213.3 In alle drie de gevallen verkeerde hij in de directe omgeving van graaf Willem I, zodat men mag aannemen dat Gillis van Sabbinge een vooraanstaand Zeeuws edelman was en tot de vertrouwelingen van de graaf behoorde. Dat hij zich 'van Sabbinge' noemde betekent zo goed als zeker dat hij ambachtsheer van Sabbinge was; dat wil zeggen erfelijk hoofd van het lokale bestuur en gerecht van het ambacht Sabbinge. De ambachten vormden in die tijd in het graafschap Holland en Zeeland het laagste bestuursniveau, enigszins vergelijkbaar met onze gemeenten. Men mag er dus vanuit gaan dat er in 1208 op het eiland Wolfaartsdijk - Wolfaartsdijk wordt als eiland voor het eerst genoemd in WAT - een ambacht Sabbinge bestond; en niet alleen een ambacht, maar ook een parochie van die naam. Sabbinge had toen namelijk al een kerk, voor het eerst vermeld in een oorkonde van paus Innocentius III uit 1216.5 De paus bevestigde daarin dat het kapittel van Sint-Pieter te Utrecht in een aantal kerken in Holland en Zeeland het recht had om bij de bisschop van Utrecht kandidaten voor te dragen voor de functie van parochiepriester: het zogeheten patronaatsrecht. Onder andere worden in dat privilege twee parochies op het eiland Wolfaartsdijk genoemd, namelijk Sabbinge en Wolfaartsdijk. Van de parochie Wolfaartsdijk stond de kerk mogelijk - hierover aanstonds meer - in wat later Westkerke heette. Beide kerken waren er in 1216 zo goed als zeker al de nodige jaren. De lijst van kerken die de kanunniken van Sint Pieter in 1216 aan de paus hadden voorgelegd, was op dat moment namelijk niet up to date. Dit blijkt uit het feit dat in de pauselijke oorkonde enkele kerken ontbreken waarvan zeker is dat ze in

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2008 | | pagina 16