Aflevering 160 zomer 2008
van het A.N. vermijden door er meer volkse en eigengeaarde woorden en
uitdrukkingen voor in de plaats stellen. Voorbeelden hiervan zijn:
'Mien arte gieng d'r van boengze' en 'd'r ange viegen aan de boömen';
'an joe mekeer glad niks', voor niets ontsiert je schoonheid;
'Boezenere', voor ergens heimelijk verblijven, schuilen;
"t Snee deur m'n ziele', voor een duizeling beving me.
De vertalers bevinden zich wat dit laatste betreft in goed gezelschap. Ook
Martinus Nijhoff, die lang en veel in Zeeland vertoefde, gebruikt in 'Het Uur
U' de uitdrukking het sneed door de ziel, om iets hartverscheurends uit te
drukken. Ik laat het aan de lezer over om nog meer typisch Zeeuwse
woorden en uitdrukkingen te ontdekken en hun specifieke meerwaarde vast
te stellen.
De ritmiek
Voor de hoorder van de tekst is het ritme van het gedicht lichter en
zangeriger geworden. Dat komt door de vele lange klinkers die het Zeeuws
nog kent en die extra lang worden uitgesproken. Ook zijn veel
tweelettergrepige woorden nog niet afgeknot in het Zeeuws tot
éénlettergrepige, wat het ritme breder en vloeiender maakt. Vgl.
deur/deure, duif/duve, kroon/kroóne.
Tekstinterpretatie
Deze bespreking leent zich eigenlijk niet voor een discussie over
interpretatie.
Dr. Eeuwout van der Linden gaat in zijn inleiding vrij uitvoerig in op de
problematiek daaromtrent. Jammer is het dat hij de interpretatie van Mimi
Deckers-Dijs niet noemt, die zij ontvouwt in een uitvoerig artikel, getiteld:
'Omkering van de Allegorie JHWH GOD ALS EEN VERLIEFDE VROUW'.
Zij komt tot de conclusie dat de vrouw een veel belangrijker rol speelt in
het gedicht dan de man. Het meisje is zeker geen onderdanige en
ondergeschikte vrouw. Integendeel, zij is de hoofdrolspeelster, de
protagonist in het spel, terwijl de jongeman de antagonist is. Vergeleken bij
haar is hij zuinig en clichématig in zijn liefdesuiting. Hij laat haar in de
steek, terwijl zij het initiatief neemt om hem te zoeken. Ook in haar
liefdesbetuigingen neemt zij voortdurend het initiatief en zij bepaalt
wanneer hij weg moet gaan en zij het liefdesspel wil beëindigen. Van de
allegorie God als de minnaar klopt geen hout. Als er al van een allegorie
sprake is, moet God de vrouw zijn. In de Zeeuwse vertaling is de kracht van
deze vrouw/god eerder toegenomen dan verminderd.
Een andere verdienste van de vertaling is dat ze bewijst dat het Zeeuws
een volwaardige literaire tekst kan opleveren, die niet onderdoet voor wat
een cultuurtaal heet.
Naast de epische tekst van het boek Job is het Zeeuws nu ook een
mondiaal bekende lyrische tekst rijk. De vertaling in het Zeeuws toont aan
dat het Zeeuwse Hooglied een veeleisende poëtische uitdaging met glans
doorstaat.