Onverwacht oude scheepsresten in de
Westerschelde
Aflevering 160 zomer 2008
Nederlands oudste teruggevonden admiraliteitsschip?
Arent Vos
In september 2006 heeft het archeologisch duikteam van ROB/N1SA (thans
RACM-Lelystad) gedurende drie weken een waardestellende verkenning
uitgevoerd op een scheepswrak in de Westerschelde, bij Ritthem (oost var.
Vlissingen).1 Het blijkt een onverwacht oud vondstcomplex van hoge
wetenschappelijke waarde.
Vragen die in zo'n waardestellende verkenning beantwoord moeten worden
zijn: wat is over van schip, uitrusting en lading? Wanneer is het gebouwd
en wanneer gezonken? Kunnen we iets zeggen over functie, nationaliteit,
herkomst, bestemming? Hoe gaaf is het vondstcomplex en zijn er veel of
bijzondere details bewaard? Kortom: wat is het onderzoekspotentieel?
Daarnaast wordt gekeken naar de conserveringsomstandigheden,
bedreigingen, duikcondities etc.
Aanleiding voor dit onderzoek was de noodkreet van lokale duikers (2005),
georganiseerd in de 'Wrakduikstichting de Roompot' (WDSR). Zij hadden
gedoken op een concentratie stenen, waarin een scheepsconstructie lag.
Deze resten zouden echter direct op de rand van een diepe stroomgeul
liggen en deels al onderslepen zijn. Men toonde foto's van twee reeds door
derden geborgen smeedijzeren kanonnen van 16de-eeuwse constructie.
Later hoorden we van nog eens (tenminste) twee kanonnen, brons en
gietijzer. Deze twee waren al verkocht, maar uit foto's en tekeningen bleek,
dat één een teken van het Bourgondische huis droeg: een vuurslag met
vuurstenen en een soort St.-Andreaskruis. Hertogen van Bourgondië waren
graven van de zeeprovincies Vlaanderen, Zeeland en Holland in de periode
1433-1482 en Bourgondiërs waren, als heren van Veere, de vroegste
admiralen van onze lage landen in de periode 1491-1558. De gedachten
gingen daardoor uit naar een vroeg, door het centrale gezag uitgerust
schip, mogelijk een oorlogsschip en mogelijk Zeeuws.
Uit contacten met Rijkswaterstaat (RWS) enerzijds en raadpleging van het
archeologisch informatiesysteem Archis anderzijds bleek dat deze positie
eerder ai (1999) aandacht had getrokken in het kader van de geplande
verruiming van de Westerschelde. Er was zelfs gedoken door een
commercieel duikbedrijf (Duikbedrijf Van den Akker, vijf keer in 2001), maar
een werkelijke waardestelling was hier niet uit voortgekomen. Op ons
verzoek heeft RWS nieuwe, gedetailleerde opnames gemaakt met side-scan
en multi-beam sonar. De wrakbuit bleek te liggen op een 19-21 m diep
plateau, maar direct zuid ervan gaat het steil de diepte in en binnen 50
meter afstand ligt de bodem op 40 m -NAP; hier en daar loopt deze zelfs
nog dieper door. RWS leverde nóg een onmisbare bijdrage. De positie is
namelijk gelegen in druk doorgaand vaarwater en is tevens het begin van
de aanloop naar de Sloehaven. Dagelijks varen hier talloze zeeschepen met
grote diepgang. Duiken is er normaliter verboden, maar RWS zorgde voor