Aflevering 161 herfst 2008 opvarenden hadden gered van 'De Woestduin', die zwaar beladen met koopwaar uit Batavia bij Zoutelande was gestrand door "onachtzaamheid en onkunde van den loods". De samenwerking met dit tijdschrift beviel de dichter uitstekend. In iedere aflevering werden gedichten van Bellamy opgenomen. Daardoor raakte het Haags dichtgenootschap wat op de achtergrond. Zelfs zo ver dat het genootschap hem er op attent moest maken dat hij vergeten was gedichten in te sturen voor de jaarlijkse uitgave van de Proeven van Poëtische Mengelstoffen. Om zijn relatie met het genootschap te verbeteren bezocht Bellamy de algemene ledenvergadering van 'Kunstliefde', waar aan Willem Bilderdijk als winnaar van de prijsvraag een gouden penning werd uitgereikt. Bellamy voelde zich er niet thuis. Leden van het genootschap spotten met zijn liefdespoëzie en dronken op zijn geliefde. Terug in Vlissingen schreef hij een brief aan het bestuur waarin hij zijn ongenoegen uitte. Hij schreef: "zeg eens mijn heer Beier hebt gij niet met twee andere Heeren die ik nu niet noemen wil, moedwillig genoeg geweest om aan te merken dat ik Jacobus Bellami zekerlijk verliefd moest zijn, dewijl ik van de liefde gezongen had - ik bid u mijn Heeren! Is dit wel een goede Logica. Doch ik zal mij weten te wreken, indien men evenwel verder voordgaat met mij van verliefdheid te beschuldigen. Ja wel ik zal mij weten te wreken: ik zal een satyra in rijmlooze verzen opstellen: een Satyra op het genootschap - en die zal ik ook zenden - ik ben eigenzinnig en vermetel". "Ik ben eigenzinnig en vermetel", daarvan akte. De eerste kennismaking met de heren van het Haags genootschap was Bellamy dus niet meegevallen. Meteen daarop zocht hij weer naar nieuwe publicatiemogelijkheden. Er was een nieuw tweemaandelijks tijdschrift opgericht Taal- Dicht- en Letterkundig Kabinet. Daarin werd werk van jonge moderne dichters gepubliceerd. Bellamy stuurde twee gedichten in die in het volgende nummer werden geplaatst. Daarnaast had Bellamy bij zijn Vlissingse vriend Jan van der Woordt, de rijke slavenhandelaar, het patriottische tijdschrift de Post van den Nederrijn ontdekt. Hij was er verrukt over. Hij bood voortaan zijn scherpe politieke gedichten aan De Post aan die ze maar al te graag opnam. Met zijn studie ging het in die tijd heel wat minder voortvarend. Toch kon de rector van de Latijnse school melden dat, hoewel de vorderingen minder waren "als men van een zo schrander vernuft scheen te mogen verwachten", hij nu zo ver was dat hij "met vrugt de lessen der Professoren te Utrecht zal kunnen bijwonen en verstaan". Mr. Lambrechtsen die na het vertrek van Te Water de studie van Bellamy behartigde, wist een twintigtal vooraanstaande burgers over te halen om Bellamy's studie te bekostigen. Op de lijst van begunstigers lezen wij de namen van bekende Zeeuwse families als: Lambrechtsen (2x), Clijver (2x), Schorer, Van Dishoeck, Gallandat, Sonsbeek, Baron van Lynden, Van Borssele en Radermacher. Zij huurden voor Bellamy een kamer voor 70 gulden, "minder was ze niet te bekomen". Daarnaast zou hij op gezette tijden een toelage voor levensonderhoud ontvangen. Het vertrek uit Vlissingen viel Bellamy zwaar. Hij zou nu voor lange tijd gescheiden zijn van zijn geliefde Francina Baane. Niet dat de relatie met Fransje, zoals Bellamy haar noemde, zonder problemen was. Haar moeder, de weduwe Baane, zag in de rijmende bakkersknecht absoluut geen partij

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2008 | | pagina 10