i22 Aflevering 161 herfst 2008 Ze zoeken een nieuwe uitgever die meer mogelijkheden biedt en vinden die in de persoon van Isaac van Cleef in Den Haag, die hun trouwe vriend wordt. Hij geeft een eerste bundeltje Brieven uit. Hierin staan enkele gelegenheidsgedichten naar aanleiding van het overlijden van dominee Wolff en een zekere Adriaan Houttuyn. Zo brengen Wolff en Deken het publiek op de hoogte van hun samenwerking. In 1780/1781 volgt Brieven over allerlei onderwerpen (3 dln.). Na enkele brochures op rijm ter ondersteuning van de nationale economie, volgt in 1781 de publicatie van Economische Liedjes, zo genoemd omdat 'Rymenen 'Vaerzenmakende enige 'affaire ter bevordering van het algemeen welwezen' is, die Betje en Aagje volgens het voorwoord ter hand kunnen nemen 'ten besten onzes Vaderlands'. De vaderlandse economische malaise was in de zeventiger jaren een hot item in allerlei beschouwingen en discussies. Veel tijdgenoten zoeken de schuld van de malaise bij de natie zelf en verwachten daarom alle heil van een mentaliteitsverandering. Daartoe worden allerlei acties ondernomen. Op hun beurt getuigen ook Wolff en Deken van hun belangstelling voor economisch herstel met hun uitgave van een bundel in drie delen met positieve liedjes voor het gewone volk. De versjes kunnen op bestaande melodieën gezongen worden. Een voorbeeld ervan is: GEBED VAN EEN ARM KIND Wys: Climeen, ik heb door zui'vre min gedreven Ik dank u Heer voor uwe gunstbewijzen; Al ben ik arm, ik heb toch altijd brood! En dat smaakt my als andren lekkre spyzen; En ik zal ook braaf werken, word ik groot, Op 't arme-school zal ik zeer vlytig leeren; Dat zegt men is myn pligt ook zeer gewis. 'k Ben, dat is waar, armoedig in de kleêren; Ik heb niets moois, ook als het zondag is: Maar 'k ben gezond, is dat geen grooten zegen Ik bid alleen om 't geen my noodig zy: Dat ik altoos bewandel uwe wegen; En als ik sterf, maak my dan eeuwig bly. Beverwijk In augustus van 1781 sterft een rijke neef van Aagje en erft zij van hem ruim 13.000 gulden, in die tijd een aanzienlijk bedrag. Het jaar daarop koopt ze voor 6500 het buitentje Lommerlust aan de Peperstraat in Beverwijk. Begin mei van 1782 verhuizen Wolff en Deken van De Rijp naar Beverwijk. De dames genieten van hun nieuwe woonplaats. Betje schrijft erover aan haar veel jongere hartsvriendin Coosje Busken in Vlissingen:

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2008 | | pagina 24