Aflevering 161 herfst 2008 tegenstelling. Aan de ene zijde zijn er de Prinsgezinden, waarvan de aanhang uit het lagere volk bestaat, aan de andere zijde manifesteren zich de Patriotten, een op Frankrijk gerichte partij van vooruitstrevende regenten, die haar aanhang in de hogere kringen vindt. Hoewel ze aanvankelijk geen hekel aan de stadhouder hebben, - hij wordt alleen maar beïnvloed door slechte adviseurs - kiezen Wolff en Deken voor de partij van de Patriotten die streven naar een ware vrijheid. Als in enkele steden onlusten uitbreken, laat Betje Wolff van zich horen in enkele felle politieke pamfletten. Frankrijk: Trévoux en Dombes Als de politieke tegenstellingen escaleren en de Pruisen in aantocht zijn om in te grijpen, besluiten Wolff en Deken uit onvrede met de situatie het vaderland te verlaten. In het voorjaar van 1788 vertrekken ze in het gezelschap van een Franse juffrouw van gezelschap per eigen reiskoets. Waarschijnlijk is deze dame Caroline Victoire Ravanel, na Aagje en de Vlissingse Coosje Busken de derde vrouw die grote indruk op Betje maakt. Het financieel beheer van hun goederen hebben ze in handen gegeven van een goede vriend, de Amsterdamse koopman Chr. A. Nissen. Deze verkoopt Lommerlust voor hetzelfde bedrag als waar Aagje het voor gekocht heeft en veilt een aantal roerende goederen. Het geld houdt hij onder zijn beheer. Het moet een spannende onderneming geweest zijn, want het is voor de beide Hollandse vrouwen hun eerste buitenlandse reis. Hun tocht voert hen tot aan het Franse Trévoux en Dombes, dat in de nabijheid van Lyon ligt. Ze besluiten hier te blijven, aanvankelijk waarschijnlijk inwonend bij de familie Ravanel. Betje schrijft aan Coosje Busken over de reis: 'Wees gerust, myne vriendin ik zyn dezelfde ieverige vrienden der waarde Vryheid, die wy waren, toen myne personeele veiligheid my een reis van 200 mylen verpligtte te doen. U te melden welke tooneelen van schrik en verwoesting van bloed en moord wy bewandelt hebben, is niet mogelyk. Het gaat hun goed in hun ballingsoord: 'Wy leven allen gezond, geacht, bemind, gaan 's Morgens ontbeiten by onze vrienden, dan de heerlykste wandelingen doen, dan schryven, dan eeten, dan wat rusten, dan weder goeteeren, dan op den een en anderen hun buitengoed dansen, of naar de Commedie, want wy hebben hier thans een zeer goede troep commedianten, zeer fatsoendelyke lieden, en voor zes Hollandsche stuivers de beste plaats. Alle dagen wenschen wy u duizendmaal hier, dat zou een leeven zyn 't geen u zou aanstaan, regt geschikt voor uw vrouwtje, maar onkostbaar, ordentelyk en eenvoudig vermaak. De kleine Wolf word zo dik en vet dat gy haar haast niet kennen zoud, is vroolyk en gezond, maar heeft dikwyls tandpyn; Dutje moet koomen om een klein Spaansch vliegje agter het kleine oortje te leggen. Aagt wordt magerder, haar goed word allemaal te wyd, doch zy is er blyde om en leeft veel gezonder.12 En zo kabbelt het leven in Frankrijk voort. Wolff en Deken schrijven gedichten en ze werken aan een derde grote roman: Historie van Mejuffrouw Cornelia Wildschut; of de gevolgen der opvoeding.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2008 | | pagina 28