Aflevering 161 herfst 2008 In het Franse Trévoux Dan overkomt hen in 1794 een financiële ramp. De beheerder van hun geld verbleven de en goed, de heer Nissen, wordt failliet verklaard; Wolff en Deken verliezen schrijfsters negen jaar. in één klap vrijwel hun totale vermogen van 32.500 gulden. Slechts tien procent houden ze over, net genoeg om in Trévoux te kunnen blijven wonen. Als door een nieuwe Franse wet het wisselverkeer met het buitenland wordt gestremd, raken ze in echte geldnood. Gelukkig weet een advocaat een voorschot voor hen te verwerven, maar de nood blijft aanhouden. Betje weet echter bij het nieuwe Nederlandse bestuur te bewerkstelligen dat haar achterstallige predikantsweduwepensioen alsnog zal worden uitgekeerd. De voorwaarde is echter wel dat ze zal repatriëren. Wolff en Deken ontvangen in Trévoux een paspoort maar geldgebrek verhindert hen vooralsnog naar Nederland terug te keren. Den Haag Pas in september van 1797 keren ze in het vaderland terug, daartoe in staat gesteld door financiële steun van een oude vriend. Ze nemen voorlopig hun intrek in de pastorie van ds. Adriaan van Crimpen te Ossendrecht. Deze is gehuwd met Jansje Teerling, een dochter van Betjes zuster Cornelia. In het najaar huren ze kamers in Den Haag. Ze moeten met vertaalwerk in hun onderhoud voorzien, want hun eigen geschriften zoals Cornelia Wildschut vinden weinig aftrek meer. Ze logeren af en toe bij vrienden. Met de gezondheid van Betje gaat het bergafwaarts. Omdat Aagje vreemde talen onvoldoende beheerst, komt het vertaalwerk hoofdzakelijk op Betje neer: ..troost u met ons met uwe Tante, die nu in haar zestigste jaar, het Brood nog moet zoeken, met het schmalvoedend vertaaien, Wij, lieve Jan! worden oude Luidjes en sukkelen aan die kwaaien welker, zo wel de natuurelyke gevolgen der jaaren als van veel hoofd breekend en zittend werk, en minder verscheurende Rampen zijn. wanneer uwe tante des Morgens drie uuren geschreeven heeft is zij, dikwyls, zo uitgeput, dat haar stem geheel weg is, en zij, van vermoeidheid, niet eeten

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2008 | | pagina 29