Aflevering 163 voorjaar 2009
aangenomen dat veen voor twee derde ofwel 66,6 water bevat. De
gevonden percentages liggen hoger. Oudelandpolderveen bestaat zelfs
uit meer dan drie kwart ofwel 76,5 water. Omdat de percentages
bij het Oudelandpolderveen afweken, werd een controleproef gedaan
met hetzelfde resultaat. Opvallend was verder dat de omvang van het
midden-Oudelandpolderveen naar schatting 30 tot 40 terugliep en van
Oosterscheldeveen naar schatting 15 Dit duidt erop dat de mate van
inklinking van veen mede afhankelijk is van de samenstelling van het veen.
Het percentage water van binnendijks veen Smokkelhoek kon niet worden
vastgesteld omdat dit veen in gedroogde toestand werd aangevoerd.
Brandbaarheid van het onderzochte veen en hoeveelheden as
Om as te verkrijgen voor het maken van de pekel moest de gedroogde
turf verbrand worden. De verbranding leverde onverwachte resultaten op.
Verder is vastgesteld hoeveel kg gezeefde as per kubieke meter nat veen
werd verkregen na verbranding van de gedroogde turf.
- Buitendijks veen Oosterschelde: turf brandt slecht, het is meer smeulen
met een grote rookontwikkeling. De as bevat grote harde korrels (2 tot 4
mm). 1 kubieke meter nat veen levert 80,8 kg donker zwarte gezeefde as
op.
- Binnendijks veen Smokkelhoek: turf brandt slecht, het is meer smeulen,
grote rookontwikkeling, in as harde korrels (1 tot 3 mm). 1 kubieke
meter nat veen levert 37 kg donker zwarte gezeefde as op.
- Binnendijks veen top Oudelandpolder: turf brandt gelijkmatig op,
kleine blauw gele vlammen. Weinig rookontwikkeling, totale verassing
(ver-assing). 1 kubieke meter nat veen levert 64,9 kg beige gekleurde
gezeefde as op.
- Binnendijks veen midden Oudelandpolder: turf brandt gelijkmatig op,
kleine blauw gele vlammen. Weinig rookontwikkeling, totale verassing
(ver-assing). 1 kubieke meter nat veen levert 31,5 kg grijze gezeefde as
op.
Duidelijk werd dat de hoeveelheden as sterk afhankelijk zijn van
de samenstelling van het veen. Daarnaast werd vastgesteld dat de
brandbaarheid van de gedroogde turf sterk afhankelijk is van de
samenstelling van het veen. Daarom kon destijds niet al het binnendijkse
veen worden gebruikt als brandstof. In de door Leenders aangehaalde
literatuur, waarin berekeningen zijn opgenomen over de beschikbaarheid
van veen in Zeeland als brandstof, is hiermee geen rekening gehouden.
Verder kon worden vastgesteld dat de algemeen aanvaarde regel dat verzilt
veen slechter brandt dan zoet veen niet altijd opgaat (binnendijks veen
midden-Oudelandpolder is verzilt veen en is zeer geschikt als brandstof).
Gezien de enorme rookontwikkeling bij het verbranden van slechts 1
kilogram gedroogd buitendijkse turf moet destijds bij het verbranden van
grote hoeveelheden de lucht boven grote delen van Zeeland zwart hebben
gezien van de rook.
Toevoeging hoeveelheid as om pekel van juiste sterkte te verkrijgen
Om vast te stellen of de pekel het beoogde zoutgehalte had werd een
kippenei gebruikt, dat bij de juiste sterkte ging drijven. Er zijn verschillende
groottes gebruikt. Grote eieren gaan iets eerder drijven dan kleine eieren.