Van de Zêêuwse Dialectverênigieng VAN DE REDACTIECOMMISSIE 32 Aflevering 163 voorjaar 2009 En zo gaan de seizoenen voorbij, het ene na het andere. Als u dit leest is het inmiddels lente. Volgens het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten is het woord lente niet inheems. Wij spreken in het Zeeuwse taalgebied van voorjaer/voorjaor. Het is weer een tijd van nieuw leven, het is ook de tijd van Pasen. En onder het lemma Paese/Paose kunnen we in het Woordenboek der Zeeuwse dialecten heel wat specifieke dialectvormen, woorden en uitdrukkingen die met dit feest te maken hebben, vinden. Typisch is dat de benamingen van de christelijke feesten ook gebezigd worden met het bepaald lidwoord de ervoor: Mit de Paese komt Janna tuus, nae de Paese gae ik an de schöönmaek, de Paose val vroeg van 't jaor. Enkele typische uitdrukkingen en zegswijzen: Mè z'n Paese in Pinkstere blöötkommedoor de mand vallen, alles bekennen, in z'n Paese in Piekstere stae, in z'n blootje staan, as Paese op Pinkstere valt, nooit, Kossemisse op de straete, Pasen op de plaete (d.w.z. de haardplaat), een zachte Kerst, een koude Pasen. Zo zijn er nog veel meer in het woordenboek te vinden en sommige zelfs hoorbaar op de CD-rom van het Zeeuwse Woordenboek. Allemaal getuigenissen van de rijkdom van het Zeeuws. Ook in dit nummer treft u weer veelzijdige uitingen van die rijkdom van het dialect aan: verhalen, gedichten en zelfs een eigentijdse rap. In dit nummer vindt u voorts reacties op de voorgaande Kiekplaeten. Gebleken is dat de bedoeling van die afbeeldingen bij velen aan de aandacht is ontsnapt. Ook in dit nummer is weer een Kiekplaete opgenomen, nu in een meer opvallende vormgeving, over een onderwerp dat ook met nieuw leven te maken heeft. Het thema van dit jaar is Dialect en familie, zoals ook in de afbeeldingen op de omslagen tot uiting komt, De kerk van Nisse

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2009 | | pagina 36