Aflevering 163 voorjaar 2009 De ene keer werd aandacht besteed aan de sfeer, de andere keer aan de opbouw of de ontwikkeling van de karakters. Ik heb daar veel geleerd, ook van de andere cursisten. En de sfeer was prima. Je laatste cursus? Een jaar geleden ben ik weer in Biervliet op cursus geweest. Over sprookjes schrijven. Nee, niet in dialect, maar om het ontwikkelen van een verhaal. Bekende sprookjes herschrijven of grappig veranderen. Met onverwachte wendingen en woordspelingen. Ja, ik hou er van echt met taal bezig te zijn. Je praat altijd dialect? Ja, ik ben van huis-uit een echte dialectspreekster. Binnen het Project Zeeuws-Vlaanderen zijn er een paar keer per jaar bijeenkomsten. De laatste keer in Oostburg. Ik ben meestal van de partij. Niet alleen voor de sfeer, maar ook om te praten over dialectwoorden. We vullen dan meestal lijsten in. Ik doe er ook wel eens ideeën op voor verhalen of conferences. Je doet ook mee aan klederdrachtenshows? Ja, ik ben lid van een klederdrachtengroep. Ik zie wel een scheiding tussen dialect en klederdracht. Het zijn twee aparte dingen. Een uitleg van mijn kleding zal ik wel in dialect doen, maar een voordracht of conference doe ik nooit in klederdracht. Thea tijdens een van haar conferences als Kee Kwaste En de toekomst? Verder gaan optreden in de buurt, maar ook verder het land in. (Ze bladert wat in haar agenda en noemt de plaatsen op die binnenkort bezocht zullen worden.) O ja, pas nog een verhaal in Terneuzen verteld, op een avond van de Heemkundige Vereniging Oud Terneuzen. Ja, met George Sponselee en Anita Bos. Ja, zo met een groepje vertellen, een avond vullen met verhalen, dat is altijd gezellig. Het versterkt de onderlinge band. Het is rustig als we het stille Sluiskil verlaten. In de verte is het geronk van de fabrieken te horen. De pont vaart over het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Als we voor de brug staan, varen er drie schepen achter mekaar richting Terneuzen. Twee grote containerschepen en een binnenvaartschip. Misschien wel een bekende van Thea, denk ik als de brug langzaam dichtdraait. Als we over de brug rijden is de boot al te ver weg. Alleen het monotone geluid van de motor is te horen... Het licht van de fabrieken schittert in het kanaal en de verte fluit een fabriekssirene. Echt Sluuskille, dienk ik. Rinus Willemsen

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2009 | | pagina 42