Aflevering 163 voorjaar 2009 moeder (geb. 1894) speelde dat spel ook al en noemde dat bikkelen. Op Koudekerke (W) waar ik woonde, was dit spelletje onbekend. Bikkelen (algemeen). 7. Hoe noemt u in uw dialect een tol? Alg, Een tol. Over de vorm wordt niet gedetailleerd geantwoord. Behalve de heer Steijns uit Kloosterzande. Een tol die op een paddestoel lijkt is 'n tuit. Die meer een driehoekige vorm hebben, worden zowel tuit als non genoemd. 8. Hoe noemt u een meisjesspel met een elastisch koord, dat gewoonlijk wordt geknoopt? Meestal werd het koord langs de enkels van twee meisjes gespannen en moest een derde erin springen. Die maakte allerlei figuren. Elastieke twist (Poortvliet, Oud-Vossemeer, Sint-Philipsland, Zierikzee, Zonnemaire, Bruinisse, Sirjansland, Aardenburg, Sluiskil, Ouddorp), elastieken (Axel, Overslag), twiste(n), Scherpenisse), Rekkeren, elastieke(n), Lamswaarde, Kuitaart, Ooltgensplaat, elastiek spriengen (Overslag). We besluiten deze rubriek met een vraag van prof. dr. Joos, afkomstig uit Nieuw en Sint-Joosland, tegenwoordig wonend in Nederhorst den Berg. Hij herinnert zich nog uit zijn jeugd het woord "pietekootje". Hij schrijft: "Wanneer wij als kind moesten plassen, zei m'n vader steevast: "Êêst je pietekootje zoeken"." Hij vermoedt dat het verband houdt met het Franse woord petiet coq. De vraag van ons is of het woord "pietekootje" verder bekend is in Zeeland. Graag reacties. R.W.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2009 | | pagina 58