Aflevering 164 zomer 2009 11 aan de Molenstraat, die op 1 september 1743 werd ingewijd.11 Het zegel van de gemeente herinnert aan de oorsprong. Het toont een immigrant, geknield voor een brandend altaar met het opschrift: Hebr. Cap. XI; hoed en wandelstaf liggen naast hem op de grond.12 De eerste predikant van de gemeente was Johann Gottlob Fischer (1702- 1776), afkomstig uit Thüringen, die op 1 januari 1733 (toen werkzaam in Regensburg als huisonderwijzer) door de Staten-Generaal was aangesteld als predikant bij de Salzburg-Dürrnbergse emigranten. Hij bleef in Groede werkzaam tot 1742. Bij de opening van het kerkgebouw in 1743 telde de gemeente ongeveer 170 leden. Daarna groeide het aantal leden in de achttiende eeuw tot ongeveer 200. In de negentiende eeuw bleef het zielental schommelen tussen 150 en 200. Daarna zien we een teruggang: in 1910 stonden nog 170 zielen ingeschreven, in 1978 was dat aantal gedaald tot 119. In die tijd woonde een groot deel van de leden verspreid over West Zeeuws- Vlaanderen. In Groede zelf woonden toen minder dan 40 zielen. In die tijd zien we ook een sterke toename van de samenwerking met de hervormde gemeente in Groede, gestimuleerd door mevrouw ds. M. P. Stol, die er twee perioden heeft gestaan: van 1937-1954 en van 1968-1976. De gemeente fuseerde op 1 januari 1989 met de lutherse gemeenten van Middelburg en Vlissingen tot één gemeente. De lutherse leden in West Zeeuws-Vlaanderen sloten zich als gastleden aan bij de hervormde gemeente te Groede. In de hervormde kerk wordt nog enkele malen per jaar een lutherse kerkdienst gehouden. Het kerkgebouw aan de Molenstraat werd in 1991 verkocht aan de Stichting Monumentenbehoud Groede. Na grondige restauratie is het gebouw op 29 april 1999 in gebruik genomen als cultureel centrum. Titelpagina van het erste notulenboek nan de lutherse emeente in Groede; et handschrift is an ds. J.G. Fischer i Zeeuws Archief). Vlissingen De gemeente in Vlissingen is in 1735 ontstaan door afsplitsing van een deel van de Middelburgse gemeente. Wat was het geval? De kerkenraad van Middelburg zag zich op 11 juli 1734 genoodzaakt één van haar beide predikanten, Theodorus de Hartogh, wegens wangedrag de verdere uitoefening van zijn ambt te ontzeggen.13 Een deel van de gemeente was het daarmee niet eens. Ongeveer 140 leden, van wie er 40 in Vlissingen woonden, richtten een verzoek tot het stadsbestuur van Vlissingen om daar een nieuwe gemeente te mogen stichten. Zij kregen in april 1735 toestemming voor de uitoefening van hun godsdienst, kochten de voormalige schuttershof van Sint Joris in de (Korte) Walstraat en beriepen De Hartogh als hun eerste predikant. Door toename van het aantal leden moest het kerkgebouw in 1778 worden uitgebreid. Het ledental bleef gedurende lange tijd op een behoorlijk peil: in

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2009 | | pagina 13