Aflevering 164 zomer 2009 1865 stonden 400 zielen ingeschreven en in 1910 zelfs 436 zielen. Teruggang van het zielental in de tweede helft van de twintigste eeuw (van 280 zielen in 1953 naar 90 zielen omstreeks 1988) noodzaakte de gemeente - net als die in Groede - te fuseren met de gemeente in Middelburg, waardoor per 1 januari 1989 de gecombineerde gemeente Groede-Middelburg-Vlissingen ontstond. Het kerkgebouw aan de Walstraat is verkocht aan de Hersteld Apostolische Zendinggemeente. Goes De evangelisch-lutherse gemeente in Goes heeft een kort bestaan gekend. In 1774 besloten de in Zuid-Beveland verstrooid wonende lutheranen een gemeente te stichten. Men vormde een kerkenraad van zes leden, van wie drie uit de stad Goes en drie van het platteland van Zuid-Beveland. Het stadsbestuur verleende de kerkenraad toestemming om enkele keren per jaar een avondmaalsdienst te houden in de Waalse kerk. De eerste dienst vond plaats op 12 oktober 1774. Jaren later kwam de gemeente bij elkaar in de Doopsgezinde kerk. In het gemeentearchief van Goes bevindt zich een kopie van een soort notulenboek van de gemeente, dat van 1775 tot en met 1814 is bijgehouden. Daaruit blijkt dat de predikanten van Bergen op Zoom, Middelburg en Zierikzee in de loop van haar bestaan als regel twee avondmaalsdiensten per jaar hebben verzorgd. De gemeente groeide niet voldoende om een eigen kerkgebouw in te richten en een eigen predikant te beroepen. In 1816 is de gemeente samengevoegd met die van Middelburg. Een deel van de gemeenteleden ging in de negentiende eeuw over tot de hervormde gemeente. In de statistieken van de Evangelisch- Lutherse Kerk is tot ongeveer 1865 sprake van Goes als bijgemeente van Middelburg, maar of er na 1814 nog lutherse diensten werden gehouden valt te betwijfelen. Veere Ook de gemeente in Veere heeft maar een kort bestaan gekend. Aanvankelijk behoorden de lutheranen in Veere tot de Middelburgse gemeente, maar enkele jaren voor 1800 konden zij met steun van de Amsterdamse lutherse kerkenraad een eigen gemeente stichten. De gemeente kocht in 1800 het voormalige kerkje van de Schotse gemeente en beriep in 1801 haar eerste predikant. De laatste predikant van de gemeente moest in 1816 zijn ambt neerleggen. Hier waren vooral de geringe financiële draagkracht van de leden (in 1814 telde de gemeente 85 zielen), maar ook de geringe groei, oorzaken van haar opheffing als zelfstandige gemeente: in 1818 is zij als filiaalgemeente aan die van Middelburg toegevoegd. Filiaalgemeente betekende, dat de gemeente wel een eigen kerkenraad had, maar geen predikant. De gemeente viel dan onder de herderlijke zorg van de predikant van de hoofdgemeente. In 1818 kregen de predikanten van Vlissingen en Middelburg opdracht om bij toerbeurt een lutherse dienst in Veere te verzorgen. Het kerkgebouw raakte in verval. Vanaf 1829 werden lutherse diensten gehouden in de hervormde kerk. Het bouwvallige lutherse kerkgebouw kon pas in 1835 voor de sloop worden verkocht. Verschillende leden gingen in de loop van de tijd over naar de hervormde gemeente. Ook hier vermelden de statistieken van de Evangelisch-Lutherse Kerk Veere tot ongeveer 1865 als bijgemeente, echter niet meer als filiaal van Middelburg, maar van Vlissingen. In de statistiek van 1865 heeft men

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2009 | | pagina 14