Aflevering 164 zomer 2009 De in 1912 gestichte Lourdesgrot achter de katholieke kerk van Heinkenszand; de glazen toegangsdeur dateert van de laatste restauratie in 1999 foto H.M.D. Dekker). Maar opnieuw: voor veel katholieken, de bisschoppen voorop, hoefde het allemaal niet zo nodig. Ook nu was de hand van Rome weer nodig om het episcopaat tot actie te bewegen. In zijn anti-liberale encycliek Quanta cura wees paus Pius IX in 1864 het openbare onderwijs af en schreef hij katholiek onderwijs voor. De Nederlandse bisschoppen konden er niet meer onderuit. In het bisschoppelijk mandement van 1868 spraken zij hun uitdrukkelijke voorkeur uit voor katholiek bijzonder onderwijs. Daarmee begon wat de katholieken betrof de schoolstrijd, die pas met de zogenaamde onderwijspacificatie in 1917 zou eindigen. Opkomst van de katholieke macht De onderwijspacificatie werd in de twintigste eeuw mogelijk doordat de katholieken aan het eind van de negentiende eeuw een maatschappelijke factor van betekenis waren geworden. Het bijzonder onderwijs droeg bij aan hun scholingsgraad, en er kwam een katholieke landelijke pers op: in 1845 startte het dagblad De Tijd onder het veelzeggende motto 'Dieu et mon droit', in 1868 verscheen het eerste nummer van De Maasbode. In het jaar 1888 zag de eerste christelijke coalitie het licht. Eveneens aan het eind van de negentiende eeuw kwam bij de katholieken de sociale kwestie in het vizier, en ontstonden de eerste katholieke arbeidersverenigingen. Al deze ontwikkelingen, die zouden leiden tot de omvangrijke en weldoortimmerde katholieke zuil in de eerste helft van de twintigste eeuw, waren in de negentiende eeuw voorbereid. Niet omdat deze thema's de bisschoppen en gewone katholieken toen al zo interesseerden, maar omdat in deze eeuw het katholieke volksdeel tot een goed georganiseerd en tamelijk uniform geheel was gesmeed, en omdat in deze zelfde eeuw de protestanten zich eindelijk hadden neergelegd bij de consequenties, die de in 1796 uitgeroepen godsdienstvrijheid met zich mee had gebracht. Besluit Bij de voorbereiding van deze lezing is mij opnieuw gebleken, dat naar het katholicisme in Zeeland nog maar weinig onderzoek is verricht. Ik kan dan ook maar heel voorzichtig enige samenvattende conclusies trekken. Allereerst: er moet onderscheid gemaakt worden tussen Zeeuws- Vlaanderen, in ieder geval het oostelijke deel daarvan, en de rest van Zeeland. Vervolgens: het ziet er naar uit dat de Zeeuwse katholieken bij de emancipatie van het katholieke volksdeel niet in de voorste linies hebben gestaan. Een over het algemeen streng-protestantse meerderheid, en het

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2009 | | pagina 33