Aflevering 164 zomer 2009
2. Joodse identiteiten
Bij het lezen van literatuur over het jodendom komt onmiddellijk de vraag
op naar een definitie: wat is het jodendom eigenlijk (Evers 1999: 15)? De
halacha, het geheel van joodse leefregels, geeft een definitie van 'wie jood
is': jood of jodin is iemand die uit een joodse moeder is geboren of met
rabbinale toestemming jood is geworden (Evers 2003: 15). Uit de literatuur
en verschillende levensverhalen (bijv. Abram 1994) blijkt dat 'joods
zijn' echter moeilijker te definiëren is en dat men joodse identiteit op
verschillende manieren in kan vullen.
2.1 Een modern joods identiteitsverhaal
Er is een, zoals Hyman (2002: 153) het noemt, 'master narrative of
modern Jewish identity'. Kort samengevat wordt het gedefinieerd als
een consequentie van de Verlichting en emancipatie en vooral gekaderd
in termen van verlies. Joden in de moderne wereld kregen vele sociale
mogelijkheden, maar de seculiere opleidingen en sociale mobiliteit die ter
beschikking kwamen werden begeleid door een serie van veranderingen,
zoals het verlies van macht en het opgeven van traditionele culturele
vormen. Volgens het verhaal verloren de joden in de moderne periode
hun culturele autonomie, wat een uitdaging vormde voor hun traditionele
geloof. Dit veranderingsproces werd vergezeld door een afname van
religieuze praktijk, gemeten via publiek gedrag zoals synagoge-opkomst
en een afnemende autoriteit van religieuze leiders. Joden construeerden
een modern 'zelf' in overeenstemming met de sociale normen en waarden
van de grotere christelijke maatschappij. Joods-zijn betekende niet langer
horen tot een groep die door religie werd gedefinieerd, maar joods-zijn
werd een etnische kwestie, waarbij men eventueel individueel kon kiezen
daar ook een religieuze invulling aan te geven. Het is in die situatie dat het
begrip joodse identiteit ontstond (Webber 1994: 77).
2.2 Een dynamische kijk
Het punt is dat er nieuwe onderscheidingen en identiteiten ontstaan
bij wijzigende omstandigheden en een veranderende context (Webber
1994: 75). Het is dan ook nog niemand gelukt een algemeen aanvaardbare
omschrijving te geven van wat 'joden' zijn. Is het een volk, een natie, een
etnische groep, een religie of een lotsgemeenschap? Het is het allemaal niet
en het is het allemaal wel, een voor de ratio onbegrijpelijke verstrengeling
van al deze categorieën (Van der Goot Smelik 1986: 79). Vandaar de
behoefte aan een raamwerk om te verklaren, of in ieder geval te bevatten,
wat de rol is van deze verschillende elementen in de samenstelling van
joodse identiteiten op dit moment.
3. Joodse identiteit in Nederland; vijf ervaringsgebieden
Het in deze studie gehanteerde dynamische identiteitsmodel gaat er van
uit dat mensen gebruik maken van narratieven (verhalen) en etiketten. Dat
wijst op het belang van verhalen in de identiteitsbeleving. Er wordt in onze
samenleving een grote nadruk gelegd op schriftelijke tradities. Volgens Ido
Abram (1986: 80) is het maar de vraag of schriftelijke tradities belangrijker
zijn dan mondelinge. Abram (1986) presenteert de joodse traditie als
een vorm van permanent leren. Hij stelt dat leven gelijk staat aan leren
(Abram 1986: 42). Het belangrijkste dat een mens leert, de kennis die voor