Aflevering 164 zomer 2009 De muziek van de Duitse componist Conrad Friedrich Hurlebusch, die overal in Europa werkzaam was geweest voor hij in 1743 te Amsterdam als organist van de Oude Kerk benoemd werd, past in ieder geval heel goed op dit zeer fraaie instrument. Om bij de Lutheranen te blijven: Ook een eenvoudig koraalvoorspel van Jan Zwart (1877-1937, organist van de Hersteld Ev. Lutherse Kerk te Amsterdam) doet het goed op dit orgel. Hebben de Lutheranen in Zeeland deze muziek ook gehoord op hun instrumenten? Het Middelburgse Lutherse orgel is bij uitstek geschikt voor muziek uit 18de en ook wel 17de eeuw. Het orgel dat door de fa. Blank uit Herwijnen gebouwd is in de Hofpleinkerk, in de zeventiger jaren van de 20ste eeuw, is een mooi instrument, geïnspireerd door de orgelbouw uit de 18de eeuw. Het is een tweeklaviers instrument (hoofdwerk en borstwerk, met een pedaal) waarop de muziek van Pieter Bustijn goed tot zijn recht komt. Muziek van Bustijn mag zeker niet ontbreken bij een lezing over de Middelburg Pieter Morilyon. Bustijn woonde maar een paar straten van het huis van Morilyon. Hij moet ongetwijfeld op de hoogte zijn geweest van de gereformeerde vroomheid van de Nadere Reformatie en de vertegenwoordigers daarvan. Is er vanuit die kringen waardering geweest voor het orgel- en beiaardspel van Bustijn of hield men daar zich verre van? Bustijn als organist van de Nieuwe Kerk is actief geweest bij de begeleiding van het psalmzingen in deze kerk. Het zingen van de psalmen was destijds isometrisch ('op hele noten'); de in gebruik zijnde berijming was die van Petrus Dathenus. Een voorbeeld van een dergelijke psalmbegeleiding klinkt in de zettingen van Hurlebusch (1746, met veel versieringen in de uitkomende stem) en Jacob Potholt (1777, met versieringen en intermezzi tussen de regels). De katholieken in 19de-eeuws Zeeland zullen hiervan niet geweten hebben. Muziek van de bekende Franse componist Alexandre Guilmant (1837-1911) klinkt bij de lezing over de ontwikkeling in de Nederlandse katholieke kerk van de 19de eeuw. Guilmant schreef eenvoudige, functionele muziek die in de erediensten van die tijd geklonken zou kunnen hebben. De Doopsgezinden betrokken in 1889 hun huidige kerkgebouw en lieten bij die gelegenheid het orgel uit de oude kerk overbrengen naar het huidige. Daarbij werd het voorzien van een nieuwe kast, mechaniek en windladen door de fa. Bakker en Timmenga uit Leeuwarden. Deze orgelmaker plaatste ook nog enkele nieuwe registers. Het meeste pijpwerk uit het oude orgel werd overgenomen. Dit pijpwerk dateert deels uit het midden van de 18de eeuw en deels uit de 19de eeuw (onder andere van de Middelburgse orgelbouwers Van der Weele en Mennes, en van de orgelmaker W.H. Kam). Het karakter van dit orgel is overwegend 19de-eeuws, maar de oudere registers zijn duidelijk te herkennen. Het orgel leent zich goed voor de muziek van Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847, jood van geboorte, maar overgegaan tot het christendom) en de Fantasie-Sonate van Samuel de Lange (1811-1884, organist van de Laurenskerk te Rotterdam). Dit muziekstuk is gebouwd op de Geneefse melodie van psalm 22. Niet de melodie, maar de tekst van de psalm is afkomstig uit het joodse erfgoed. Met deze composities wordt een goede indruk gegeven van de voorname klank van dit instrument.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2009 | | pagina 49