Aflevering 164 zomer 2009
61
Pau Heerschap
foto Coby Nolet-
Boshoven
Het Is nogal een lap hè, die tuin van jou.
Ja, alles bij elkaar is het meer dan 2000 vierkante
meter. '20 are en 20 centiare', zei mijn vader altijd.
Maar hier in Ouddorp is het niks bijzonders. Bij alle
oudere huizen in het buitengebied ligt wel zo'n lap
grond. Dat was nodig, want de meeste mensen die
vroeger wilden (of moesten) gaan trouwen, zorgden
eerst voor een lap grond en lieten daar een nieuw
huis op bouwen, op schuld. De Boerenleenbank
was daar goed voor. In hun vrije tijd teelden ze
dan in zo'n groot hof allerlei tuinbouwproducten,
zoals aardappels, sjalotten, bonen en bloemen
voor zaad voor de verkoop om de rente en de
aflossing te kunnen betalen. Je verkocht dan aan
een commissionair of bracht je waren op de veiling.
Wij hadden vroeger ook een veilingnummer. We
hebben ook nog augurken op contract geteeld voor
de firma Luijks. Mijn vader was eerst boerenknecht en is later om er wat bij
te verdienen allerlei kruidenierswaren gaan verkopen. Hij is begonnen met
kaas en vis, zoals haring, bokking, zoute vis en stokvis. Later kwam daar
steeds meer bij, tot we een compleet assortiment aan kruidenierswaren in
huis hadden, zelfs tot klompen en sigaretten toe. Toen er begin zestiger
jaren supermarkten op het dorp kwamen, ging het niet meer. Hij is toen in
de bouwput voor de sluizen in de Haringvlietdam gaan werken. Dat alles in
het kader van de Deltawerken.
We zitten nu in het Zuid-Hollandse Ouddorp op
Goeree in het prieel van zijn grote natuurtuin, met
drie vijvers en een, door haagbeuk omgeven, formele
tuin met wilde beplanting. Het lijkt op een klein
paradijsje, een waar eldorado voor vogels, amfibieën
en insecten, en voor mensen natuurlijk.
Maar hier groeien geen producten meer voor de verkoop?
Nee, al lang niet meer. Het laatste wat in dit hof verbouwd werd, waren
bruine bonen. Mijn vader was toen al in de tachtig en hij kon het eigenlijk
niet meer. Toen kwam het op mij neer. De bonen zijn nog gedorst, maar
ik kon ze aan de straatstenen niet kwijt en heb ze toen maar aan een
inzameling voor Polen geschonken. Ik had het huis in 1987 al gekocht, dat
was toen nog betaalbaar. Het jaar daarop heb ik een kilo wilde plantenzaad
gekocht en het hof in laten zaaien. Ik wilde er een soort heemtuin van
maken. Een oude boer uit de buurt kwam mij nog voorhouden dat ik mij
moest schamen om zo'n goed hof vol te zaaien met 'vuulte'.
Je bent dus hier geboren?
Ja, net voor de bevrijding. Ik heb dus de oorlog nog meegemaakt (lacht).
Ik was een nakomer, op mij was eigenlijk niet meer gerekend. Ik had
twee zusters, die een heel stuk ouder waren. Ik ging hier naar de lagere
school en kon goed leren. De meester vond dat ik maar naar de HBS in
Middelharnis moest. Dat is nog een heel gesoebat geweest thuis, want
eigenlijk lag dat toen voor een jongen van een arbeider buiten bereik.