Aflevering 164 zomer 2009
65
Je werkte ook in het voortgezet onderwijs?
Toen ik mijn MO-akte Nederlands B behaald had, ben ik benoemd aan de
Christelijke Scholengemeenschap Prins Maurits in Middelharnis. Er was
toen pas een Havo-afdeling aan verbonden en voor de bovenbouw hadden
ze een eerstegrader nodig. Later kwam er ook nog een VWO-afdeling bij. Ik
ben 25 jaar op die scholengemeenschap gebleven, de laatste elf jaar ook als
schooldecaan voor Havo en VWO. Nu ben ik al weer twee en een half jaar
met prepensioen. Hoewel ik het altijd leuk vond om met leerlingen om te
gaan, vind ik het heel plezierig om nu mijn eigen tijd te kunnen indelen. Er
is nog genoeg te doen.
Hoe ben je bij de dialectenvereniging terecht gekomen?
Ik noemde je dat proefschrift al. Bovendien waren in het Eilanden-Nieuws
artikelen gepubliceerd over folklore en taal door F. den Eerzamen over het
dialect van Goeree, die waren intussen verzameld in een bundel. In 1979
bestond de Vereniging van Amateurarcheologen 'De Motte' tien jaar en
die jongens hadden toen het plan opgevat om een jubileumboek te maken
met artikelen over de historie van Goeree-Overflakkee. Ze vroegen toen of
ik redactiesecretaris wilde zijn. Ik heb toen nog contact gehad met Rien
Poortvliet voor het omslag van het boek. Ik zag mijn kans schoon om in die
bundel een artikel over de dialecten op Goeree-Overflakkee te publiceren.
Dat trok de aandacht van mevrouw Van den Broecke-de Man, die bezig
was een reeks regioboeken over de dialecten in Zeeland samen te stellen,
als voorbereiding voor het Supplement van het Zeeuwse woordenboek. Ze
vroeg mij of ik medeauteur voor het deel over Goeree-Overflakkee wilde
worden. Dat wilde ik wel en ik heb heel wat bezoekjes aan Boulevard
De Ruijter 194 in Vlissingen gebracht. Van het een kwam het ander en
ik kwam als vertegenwoordiger voor Goeree-Overflakkee terecht in het
betuur van de vereniging, als opvolger van Arie Wagner. Ik weet niet eens
precies wanneer ik bestuurslid geworden ben. Daarna was er het werk voor
het Supplement, de instelling van de diverse correctiegroepen. Ben ook
redacteur geworden van Nehalennia, wat mij veel voldoening geeft.
Je treedt ook vaak op met voordrachten in en over dialect.
Ja, dat is ook eigenlijk per ongeluk begonnen. Een collega van mij zat in
een schoolbestuur en voor de ouderavond was er een spreker verhinderd.
Hij vroeg mij toen of ik niet iets kon doen. Ik was in die tijd bezig met het
regioboek en heb er toen maar een soort dialectavond van gemaakt. Dat
beviel zo goed, dat ik vaker gevraagd werd. Eerst gebruikte ik teksten
van anderen, later ging ik ze ook zelf schrijven. Op een gegeven moment
begon de samenwerking met de Ouddorpse pianist Piet Westhoeve. Ik
was gevraagd om bij een uitreiking van een prijs te vertellen en hij om
piano te spelen. Bij het wasmiddelenrek van Albert Heijn hebben we toen
afgesproken om samen een soort performance te maken. Die combinatie
bleek zo goed te bevallen, dat het resulteerde in het maken van drie
CD's, die goed verkochten. We treden samen nog wel op. Zo hebben we
enkele malen de nieuwjaarsreceptie van de gemeente Goedereede met een
cabaratesk optreden opgeluisterd.
Je doet nog wel meer dan je bezighouden met dialect?
Ja, zo ben ik voorzitter van de historische vereniging voor Goeree-