8 Aflevering 165 herfst 2009 De oudste bronnen In het testament van een zekere Lenert Florisz, dat is opgesteld in 1521, wordt de houve van den hooghe camere gelegen binnen het Oudeland van Sommelsdijk genoemd.' Het betreft een van de oudst bewaarde aantekeningen van een boerderij op Goeree-Overflakkee. De geschreven bronnen gaan meestal niet zo ver terug. In het kaartboek van kerk- en armenlanden van Sommelsdijk uit 1616 wordt de boerderij schetsmatig weergegeven, liggende op de hoek van de Poppendamseweg en de Heilige Geest Wech, tegenwoordig de Kamerweg.2 We herkennen op de tekening een schuur met woning aaneengebouwd, een hooiberg, een open wagenschuur en een klein bouwwerkje, waarschijnlijk een ovenkeet. Andere afbeeldingen van de boerderij zijn niet bekend. Boerderij met bijgebouwen Den Hoogen Caemer wordt genoemd in 1521, maar wanneer de boerderij is gebouwd ligt verborgen in de nevelen van het verleden. De boerenwoning stond aan de oostzijde van de schuur. Oudere boerderijen in de omgeving zijn ook oost-west gebouwd, met het huis aan de oostzijde. We weten niet hoe de woning eruit heeft gezien. De magistraat van Sommelsdijk besloot op 11 januari 1685 dat het dak van het huis datzelfde jaar nog 'met goet riet gedeckt' zou worden en tevens de schoorsteen van het opkamertje aan de noordzijde zou worden afgebroken 'om aan wedersijde egaal flackt te leggen'. Ook werd besloten de zoldering boven de keuken en de dorsvloer te vernieuwen en in de keet een deur met onderdeur te maken.3 Over de andere 'bedrijfsgebouwen' is meer bekend. Zo werd in 1677 de schuur vernieuwd. Van dit werk is een bestek bewaard gebleven.1 In die tijd was Nicolaes Thin pachter van de boerderij. Jacob van der Daff nam het timmerwerk voor zijn meester Leendert Vliegvis aan voor een bedrag 3 cn'O eCjF- Ro m<p§ osf 3 3 (f&s- c? v\ wiwvp^wij tvo,t C-C< gov-K in-n nouixitA-eSiStvJ -OrTcilé ■j tv 4-3 o-t-ï? AS -vn cWiK-FRLjl c-o-of? A-S &3-<t±ïinJ&<R)A- HMSQvI1 £j+- uu (JtóJ (Uïiïè 0 W Een artikel uit het bestek voor een nieuwe schuur: 'Den aanneemer is oock ghehouden alle het houdt dat van de oude schuijr aff komt dat des besteeders goet dunckt binnen in de schuijr te verarbeijden daertoe bequaam is sonder iets daarteeghen te mooghen seggen; oock te maecken een klack hoek om de kalck tot den steenen voet in te legghen en te beslaen ofte te maecken; oock te maecken een gemack huijsken van oudt houdt daer 't den aanneemer sal geordineert werden alsoo het gheene nu jeghen woordigh staende sal wegh gheruimdt werden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2009 | | pagina 10