Aflevering 165 herfst 2009 Ditmaal bij de Staten-Generaal.10 Ook in 1629 ging de oprichting niet door, vermoedelijk omdat bestandsonderhandelingen met Spanje roet in het eten strooiden. Uiteindelijk werd er dus geen Compagnie van Kaapvaart in Vlissingen opgericht. Wel in Middelburg. Dat gebeurde in 1643 en daarin had de stad een aandeel van 40.000 gulden in zes kaperschepen. De twee overige kaperschepen werden door particulieren ingebracht. Drie jaar later werd deze 'Directeurscompagnie' opgevolgd door de 'Brasilse Directie', die de kaapvaart op Brazilië moest coördineren.11 Geïnteresseerden kunnen het getranscribeerde document nalezen op de bronnenpublicatie van www.paesie.nl. Ruud Paesie (1956) is maritiem historicus. Promoveerde aan de Universiteit Leiden op een onderzoek naar de illegale goederen- en slavenhandel op West-Afrika tijdens het handelsmonopolie van de West-Indische Compagnie. Behalve onderzoeker en publicist is hij medewerker crisisafdeling jeugdpsychiatrie van Emergis. Noten 1. J.J.B. Kuipers en R.J. Swiers, Het verhaal van Zeeland (Hilversum 2005), 115. 2. Pieter Coorne (7-1636) was voor 1589 klerk van het 'comptoir' van de Staten van Zeeland en werd op 20 juni 1596 benoemd tot secretaris van de Rekenkamer van Zeeland, een functie die hij tot 1633 zou bekleden. Zeeuws Archief (ZA) Archief Staten van Zeeland inv.nr. 1668, 36 en 115r en inv.nr. 1676, 229r. 3. Het uit zestien bladzijden bestaande contemporaine afschrift (folio) is gebonden in: Deel II: "Instructiën, rechten, costuijmen &a ab anno 1580 tot 1633", nr. 51. Dit convoluut bevindt zich in particuliere collectie. 4. Ï.J. van Loo, "Als mieren op de Spaenschen cust": De Zeeuwse kaapvaart tijdens de Tachtigjarige Oorlog 1572-1648. (Niet uitgegeven doctoraalscriptie Universiteit Leiden, 1995, bijlage IV). 5. C. Cau, Groot Placaet-boeck, vervattende de placaten, ordonnantiën ende edicten eerste deel ('s-Gravenhage 1658), 972, 1 april 1622; J.H. Kluiver, De Souvereine en independente staat Zeeland. De Politiek van de provincie Zeeland inzake vredesonderhandelingen met Spanje tijdens de Tachtigjarige Oorlog tegen de achtergrond van de positie van Zeeland in de Republiek (Middelburg 1998), 68-69. 6. Van Loo, "Als mieren op de Spaenschen cust", 43-44. 7. H.J. den Heijer, De geschiedenis van de WIC (Zutphen 1994), 55. 8. D. Roos, Zeeuwen en de Westindische Compagnie (Hulst 1992), 10-19: I.J. van Loo 'Tot uyterste ruïne ende verderf van de Coninck van Hispanien: Een ambitieus aanvalsplan tot aantasting van de Spaanse hegemonie in West-Indië van Jan de Moor (circa 1577- 1644), burgemeester van Vlissingen en bewindhebber van de West-Indische Compagnie (circa 1630)', in: Archief; Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 2004, 72-85. 9. Van Loo, 'Als mieren op de Spaenschen cust", 47-48. 10. Voor dit document, dat te vinden is in het Nationaal Archief, Staten-Generaal inv.nr. 5500 (Lias Admiraliteit), en de achtergronden daarvan zie I.J. van Loo, 'Profijt voor Daniël? De Zeeuwse kaapvaart en het Spaans-Engelse vredesverdrag van 1630', in: Archief; Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1999, 41. 11. Kluiver, De Souvereine en independente staat Zeeland, 72-73; Den Heijer, De geschiedenis van de WIC, 55-68.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2009 | | pagina 23