Aflevering 165 herfst 2009 Naast het penningmeesterschap van de vereniging schrijf ik graag verhalen en gedichten in het Thools - feitelijk Poflies - dialect. Ik treed op als verteller/voordager van deze pennenvruchten, bijvoorbeeld op de jaarlijkse poëziemiddag tijdens de Kunstroute in Middelburg van de maand november en op bepaalde gelegenheden, zoals recentelijk de uitreiking van het eerste exemplaar van het boek van Bertus Limonard. Daarnaast teken en schilder ik. Ik ben een enorme wielerfanaat en er gaat vrijwel geen wedstrijd voorbij of ik volg deze hetzij via tv, hetzij via internet. Ook mag ik graag zelf een tochtje maken op de racefiets door de Zeeuwse dreven. Ik heb 12 jaar in een mannenkoor gezongen en tracht mij thans de eerste beginselen van het gitaarspel bij te brengen en speel al drie akkoorden. Last but not least - om het in goed Zeeuws te zeggen - pas ik nogal eens op mijn kleindochter die nu ruim anderhalf is. Als allerlaatste bezigheid maak ik dan toch melding van mijn deelname afgelopen seizoen als panellid bij Omroep Zeeland TV van het programma 'Nu de week', een uitzending gewijd aan de Zeeuwse nieuwsfeiten van een bepaalde week en daarop je eigen visie. Kortom bezigheden zat. Hoe ben je in aanraking gekomen met de vereniging en in het bestuur? Ik heb mijn hele leven dialect gesproken en doe dit met mijn vrouw nu nog steeds. Ik was altijd al geïnteresseerd in de Zeeuwse cultuur en geschiedenis en door een goede vriendin van mij - Jopie Meerman uit Tholen - kwam ik op een zaterdag in oktober in de eind jaren tachtig verzeild op de Dialectendag van de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek. Ik heb erg genoten en ben lid geworden. Ik heb toen samen met mijn schoonvader Jacob Kesteloo, voormalig hoefsmid te Poortvliet, meegewerkt aan het regioboek Tholen en Sint-Philipsland van mevr. Van den Broeke-de Man en mevr. A. Krijger-Goedegebuure. Ja, en als bankmedewerker hoef je nooit lang te wachten op de vraag of je zitting wilt nemen in de kascontrolecommissie en zo kwam ik in aanraking met Bas en Koos Oele. Samen met o.m. Ad Leijdekker - ook een oud bankmedewerker - mocht ik de boeken controleren en bekritiseren, hoewel van dit laatste nooit sprake hoefde te zijn. Toen Bas zijn activiteiten als penningmeester ging staken werd mij gevraagd zijn plaats in te nemen. Op zichzelf was dit niet zo'n geweldig waagstuk, maar er hing iets aan vast. Dat was de organisatie van de Dialectendag en dat was zoals de Vlamingen zeggen, een ander paar mouwen. In 1995 werd ik tot penningmeester benoemd en vanaf 1996 mocht ik de organisatie van de Dialectendag op me nemen. De eerste jaren nog met veel steun van Bas en Koos. De aanvankelijke nervositeit heeft inmiddels wel plaatsgemaakt voor een stukje routine en ik heb erg veel steun altijd gehad van voorzitter Kees Martens, die me veel werk uit de handen heeft genomen bij het samenstellen van het programmaboekje en van de andere commissieleden, zoals Adrie Quaak, Ria Nieuwenhuyze, Hans Jebbink, Annemarie 't Hart en Ineke de Jager. Ook denk ik met dank terug aan de inzet van wijlen Toon Martens. Zeker niet onvermeld mag blijven Jan Oosthoek, die zowel tijdens zijn actieve als na-Vrooneperiode veel voor de organisatie heeft betekend en betekent. Op deze dagen mag ik altijd mijn jaarstukken toelichten en wordt door de controlecommissie verslag uitgebracht van haar onderzoek. Na een verslag van Jan Oosthoek enkele jaren geleden, weet iedereen hoe mijn woon- en leefomstandigheden zijn!

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2009 | | pagina 37