De Zeeuw Comelis Evertsen de Jongste veroverde New York op de Engelsen (1673) Aflevering 166 winter 2009 A man who's raid on America nearly altered the course of world history. Doeke D. Roos Het was de Engelsman Henry Hudson die in dienst van de VOC met zijn schip de 'Halve Maen' in 1609 Manhattan bezocht. Nu na vier eeuwen vieren we landelijk het Hudson-herdenkingsjaar en zijn Hollanders en Zeeuwen betrokken bij de festiviteiten die er in dat verband zijn. De organisatoren vragen zich af in welke mate onze voorvaders inbreng hebben gehad in de roerige geschiedenis van Nieuw-Nederland welke duurde van 1609 tot 1674. Talrijk waren de pogingen in Zeeland om de relatie en de geschiedenis Zeeland-Amerika gedurende deze vier eeuwen nogmaals te belichten, maar hierin ontbreekt Cornelis Evertsen. En als men hem noemt dan blijkt dat men niet weet van welke Evertsen hier sprake was. De Amerikanen hadden minder moeite die Nederlands/Zeeuwse betrokkenheid in hun geschiedenis aan te treffen en publiceerden in 1994 het boek Raid on Americaeen omvangrijke bestseller. Hierin vervult Cornelis Evertsen de Jongste (1642-1706), lid van het bekende Zeeuwse admiralengeslacht van de Evertsens, een hoofdrol. Tijdens zijn expeditie naar de West (1672-1674) veroverde hij New York op de Engelsen en noemde het 'Nieuw Oranje'. Nu in het Hudsonjaar spreken de Amerikanen nog altijd over de man die met zijn verovering van New York bijna de loop van de wereldgeschiedenis veranderde. 'A man who's raid on America nearly altered the course of world history', zo zeggen de schrijvers Shomette en Haslach in voornoemd boek. Aangemoedigd door de goede resultaten van de expeditie van Abraham Crijnssen naar Suriname in 1667, besloten de Staten van Zeeland tijdens de Derde Engelse Oorlog (1672-1674) een kleine vloot met een verre bestemming in zee te zenden. Het is niet de bedoeling hier Cornelis als commandeur tijdens zijn achttien maanden durende tocht van dag tot dag te volgen; dit artikel poogt slechts een ander licht te werpen op deze onderneming, die in de geschiedschrijving niet de aandacht heeft gehad die zij verdient. Zijn opdrachtgevers, de Staten van Zeeland te Middelburg, hadden in 'secrete instructies' vastgelegd wat er van Cornelis als commandeur werd verwacht. Geheime instructies in die zin dat zelfs Cornelis bij vertrek de inhoud niet kende en deze pas mocht inzien als de vloot al enige dagen op zee was. Deze geheimhouding hield tevens in dat de Hollanders niet wisten van deze onderneming. Na lezing door Cornelis was zijn oordeel dat hier sprake was van een ordinaire kaperexpeditie, waarvan de profijten de kosten dienden te overtreffen en waarbij het landsbelang er minder toe deed. In 1672 was Cornelis 30 jaar; een man met toen reeds een rijke ervaring in de strijd ter zee en men noemde hem ook wel Keesje de Duivel. Het duivelse in Keesje komt in zijn lange loopbaan niet in beeld; er moet gedacht worden aan de woeste trekken in zijn uiterlijk die wellicht enigszins duivels overkwamen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2009 | | pagina 13