Aflevering 166 winter 2009 dus niet erg oorspronkelijk. Toch kent ze een ouder gebruik, zowel onder dialectsprekers als in meer ambtelijke context. Een aantal vermeldingen in de (tegenwoordig via www.zebi.nl/diensten/zdc/krantenbankzeeland ontsloten) Zierikzeesche Nieuwsbode illustreert dat. In 1846 (7 mei) is daarin in meer algemene zin sprake van 'het platte Schouwen'. Een vergelijkbaar gebruik kan men aantreffen in een oproep (23 januari 1872) om, met het oog op de naderende waterschapsverkiezingen, de hoofdingelanden bij voorkeur 'uit de kom van het platte Schouwen' te kiezen. In een advertentie pleiten enkele jaren later (4 maart 1880) 'eenige kiezers' voor L. Beije te Eikerzee als hoofdingeland, als een landbouwer die 'weet van wat hier in het platte van Schouwen behoefte is'. Ook schrijvers in dialect laten zich in soortgelijke bewoordingen uit. 'Een voorstander van stoamgemael' spreekt van 'menschen uut het platte van Schouwen' (16 september 1875). Ene Andries ziet graag dat 'et verlichte Dreister nie achterstond bie 't platte van Schouwe, daer goeije wegen binne' (9 november 1878). En zijn collega-dialectschrijver Stoffel signaleert 'net zukke laege uusjes as bie ons in platte Schouwen' (18 april 1891). Wanneer de aanduiding vlak na de Tweede Wereldoorlog weer opduikt, lijkt ze zich - althans in de Zierikzeesche Nieuwsbode - te beperken tot een meer ambtelijke context. Zo heeft men het in het kader van de streekplanproblematiek over 'het z.g. Platte van Schouwen' (4 augustus 1945). Blijkens het verslag van een raadsvergadering van de gemeente Serooskerke situeert men die gemeente in het 'platte van Schouwen' (18 februari 1954). In een vergadering van de gemeenteraad van Duivendijke komt in mei van hetzelfde jaar het herindelingsplan 'het Platte van Schouwen' aan de orde. Ook in 1954 is er de aankondiging van de komst van een landbouwproefbedrijf in het 'platte' van Schouwen. Een 'vreemdeling' als dr. P. Glazema, directeur van de toenmalige Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, noemt in de krant Klaaskinderkerke (westelijk van Brouwershaven) een 'hoekje in het platte van Schouwen' (16 juni 1955). De PZEM kondigt op 2 april 1957 de aanleg aan van 3 k.v.-kabels in de gemeenten Kerkwerve, Duivendijke, Eikerzee en Ellemeet, ten behoeve van de elektrificatie van het 'platte van Schouwen'. Daarmee is tevens de geografische inhoud van het begrip aangeduid. Serooskerke rekent men er blijkbaar niet toe, ook al zag men dat daar zelf anders. Ook later, in 1960, als de plannen tot gemeentelijke herindeling vastere vorm hebben aangenomen, beschouwt de rijksoverheid Duivendijke, Eikerzee, Ellemeet en Kerkwerve kennelijk als de bestanddelen van 'het Platte' van Schouwen. Ze vormen met ingang van 1 januari 1961 een nieuwe gemeente onder de naam Middenschouwen. Eerder was als naam ook 'Het Platte van Schouwen' gesuggereerd en had men er ook Noordwelle en Serooskerke toe willen rekenen.7 Sindsdien doet de aanduiding opgeld. Zo bestaat er tegenwoordig een toeristische 'Platte van Schouwen' route. In 2003 zetten soroptimisten 'de Platte van Schouwen' in als actiemiddel; de Platte blijkt dan een broodje! De conclusie van deze globale verkenning lijkt mij duidelijk. De aanduiding 'het Platte van Walcheren' is niet oorspronkelijk, maar betrekkelijk recent, en lijkt, als een vorm van nieuw geïntroduceerd jargon, gereserveerd voor enkele specifieke disciplines. Ze verdient mijns inziens geen

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2009 | | pagina 19