Aflevering 169 najaar 2010 5 in 1625 de nederzetting Nieuw Amsterdam gesticht werd. De eerste kolonisten werden door de West-Indische Compagnie (WIC, opgericht in 1621) overgebracht en ontvingen twee maanden gratis eten, gratis land en het recht om met de indianen handel te drijven. De WIC was zakelijk gezien geen succes, maar dankzij de coördinatie en het gezag dat ze van de Staten-Generaal en de stad Amsterdam ontving kon ze sturing geven aan een nieuw stuk Nederland op Amerikaanse bodem. Relatief weinig Zeeuwen vestigden zich in Nieuw Amsterdam. Naar schatting maar 2 procent van de zeer gemengde bevolking kwam uit Zeeland. Waarschijnlijk omdat er genoeg werk was in deze provincie. Eén van deze Zeeuwse families die al vroeg in Nieuw Amsterdam woonden, bestond uit Claes en Jannetje Maertensz. van 't Rosevelt. Ze kregen in 1658 een zoon Nikolaas wiens twee zonen Johannes (1689-1750) en Jacobus (1692-1776), ieder de stamvader van een belangrijke tak werden: de Oyster Bay en de Hyde Park Roosevelts. Zij waren afkomstig van een boerderij onder de rook van het Zeeuwse dorp Oud-Vossemeer die 'het Roosevelt' heette. De bewoners sierden zich met deze veldnaam.2 Bemoeienis met Nieuw-Nederland in de zeventiende en achttiende eeuw In de rechtstreekse contacten met Zeeland stelde Zuid-Amerika het noorden in de schaduw. De kolonies Essequebo en Demerary op de zogenaamde Wilde Kust waar nu Guyana ligt waren tot 1771 exclusief het domein van Zeeuwse handelaren en plantagehouders. De Zeeuwse betrokkenheid bij deze regio leidde tot handel tussen deze koloniën en Noord-Amerika, waar de dichtstbijzijnde afzetmarkt voor hout, melasse en rum was. Ook de slavenhandel bracht Zeeuwen, vooral in de achttiende eeuw in contact met het Noordelijke deel van Amerika (zie het artikel van Victor Enthoven). Maar het eerste exportproduct dat Zeeland aan Amerika verbond was tabak. Rond 1610 werd er in Veere geëxperimenteerd met de teelt van tabak, een vroege aanwijzing van de opkomende populariteit van het genotsmiddel in Nederland. Blijkbaar gebeurde dit professioneel want nadat in 1625 Nieuw Amsterdam gesticht was en in 1630 grote particuliere landerijen (patroonschappen) toegestaan waren, werden tabakstelers uit Veere aangenomen om dit product ook in de Nederlandse kolonie te verbouwen. In 1631 nam grootgrondbezitter Killiaen van Rensselaer Marijn Adriaensz van Veere in dienst om op zijn landgoed aan de Hudsonrivier een tabaksplantage op te zetten. Deze onderneming werd geen succes, niet alleen omdat klimaat en grondsoort niet het beste waren voor de tabaksteelt, maar te meer omdat Marijn in 1643 een aanslag op de directeur Willem Kieft in Nieuw Amsterdam pleegde. In ieder geval herinnerde de veldnaam 'Tabakland' in Veere tot 1724 aan de tijd dat tabak een product was dat beide streken met elkaar verbond. Tabak bleef een verbindingslijn tussen Zeeland en Amerika. Middelburg was de eerste invoerhaven voor tabak uit Virginia in de Republiek. Schotse handelaren met belangen in plantages in de Amerikaanse staat Zuid Carolina voerden handel met Veere. In die staat liggen zelfs twee tabaksplantages met de naam 'Campvere' (de oude naam voor Veere) en 'Middelburg'. De stichter van de plantage 'Middelburg' was Benjamin

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2010 | | pagina 7