Amerikaanse ondernemingen in Zeeland (1963-2008): vijfenveertig jaar Direct Foreign Investment Aflevering 169 najaar 2010 Willem vein den Broeke Inleiding Het stereotype beeld van de economische ontwikkeling van de Zeeuwse regio wordt nog steeds in belangrijke mate bepaald door de door M.C. Verburg gelanceerde idee van krimp en groei. Zijn visie was gebaseerd op een chronologie waarin de periode 1350 tot 1750 gekenmerkt werd door expansie van internationale handel en scheepvaart. Daarna volgde een periode van stagnatie en verval die aanhield tot 1950. Vanaf 1953 profiteerde Zeeland opnieuw van de opgaande beweging van de internationale conjunctuur.' Bij die hernieuwde participatie in de wereldeconomie speelde de bereidheid van Amerikaanse multinationals om in de Zeeuwse regio te investeren een belangrijke rol. De verregaand optimistische visie van Verburg is sindsdien sterk bekritiseerd en bijgesteld. Enerzijds ontkent deze opvatting immers de interne dynamiek van de regio in de negentiende eeuw (bijvoorbeeld op het gebied van de landbouwinnovatie). Anderzijds is er duidelijk sprake van een overschatting van de positieve gevolgen van de verkeerstechnische ontsluiting van de provincie sinds 1953 (i.e. industrievestiging). Desondanks kan uiteraard niet ontkend worden dat 'direct foreign investment' op de ontwikkeling van de regio grote invloed heeft gehad.2 Daarom is het interessant een antwoord te vinden op de vraag welke rol Amerikaanse Direct Foreign Investments gespeeld hebben in het proces van industrievestiging in de Zeeuwse regio. Deze algemene probleemstelling kan worden verbijzonderd in een tweetal meer specifieke deelvragen. Hoe omvangrijk was de totale Amerikaanse aanwezigheid in de regionale economie en hanteerden de Amerikaanse multinationals een specifieke strategie om zich in Zeeland te vestigen? De kracht van de regio (regionale potenties) Lange tijd waren de traditionele vestigingsplaatsfactoren zoals de beschikbaarheid van productiefactoren (bijvoorbeeld gekwalificeerde arbeid), de bereikbaarheid van de afzetmarkt, de kwaliteit van de infrastructuur en de opstelling van lokale en regionale overheden ten opzichte van industrievestiging de belangrijkste bestanddelen van het vestigingsplaatsbeleid van (multinationale) ondernemingen. Voor wat de Zeeuwse regio betreft werd altijd de nadruk gelegd op de open verbinding met de zee en de gunstige ligging ten opzichte van twee belangrijke zeehavens: Rotterdam en Antwerpen. Recente ontwikkelingen hebben ertoe bijgedragen, dat de kracht van een regio niet langer alleen en uitsluitend bepaald wordt door die traditionele vestigingsplaatsfactoren, maar veeleer en veel meer door de kwaliteit van het leefmilieu zoals onderwijs - en recreatiemogelijkheden, woonklimaat, etc. Wat dat betreft zijn er in Zeeland duidelijke verschillen per subregio b.v. Walcheren en Zeeuws- Vlaanderen. Bedrijfsvestigingen kunnen overigens ook op hun beurt weer een positieve

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2010 | | pagina 26