14 Aflevering 174 winter 2011
Verklaring
Wat mij ook opviel was dat er ook veel overeenkomsten waren met het
Bruus. De lange klinkers ee en oo waren hier net als in het Bruus zuivere
klinkers, dus geen tweeklanken.
Het werkwoord hebben was bij veel leerlingen 'haa' en dat leek weer wat op
het Bruse 'oa'.
En de verleden tijd 'hadde' had wel wat van 'oade'. En waarom ik nu3
besloten heb dit stukje te schrijven, is om een verklaring voor het ontstaan
van het Bruus de wereld in te zenden. Ik heb het vermoeden dat de
eerste bewoners4 van Bruinisse niet alleen afkomstig zijn geweest van de
omringende Zeeuwse eilanden, maar voor een substantieel deel ook van
Goeree-Overflakkee. Het dialect is een mengdialect geworden dat weliswaar
duidelijk Zeeuwse kenmerken heeft, maar toch ook Flakkeese invloeden
heeft ondergaan.
Met onderstaande kaartjes hoop ik dit te staven:
zuivere
knriKers
tweeklanken
Zuivere klinkersotweeklanken
Een beginnend predikant, afkomstig uit Bruinisse, wekte
hilariteit in de kerk met zijn uitspraak van de zuivere oo
in 'Eén naam is onze Hóóópe'.
ovt
hab\
had(de)
Het werkwoord hebben
Een kenmerkend zinnetje dat gekscherend gebruikt
wordt om aan te geven dat men autochtoon Bruus
spreekt is:
Oade je 't ouwe touwouwe aj je 't oat oade?
Een Flakkeese variant van hao is 'ha(we)\ zoals uit
onderstaande citaten blijkt:
'Zie je noe wel dat je zukke lui noait vertrouwe ken,zei
hij tegen zijn vrouw, 'die hawe m 'n noe een groat jaer
op m 'n centen laete wachte.
'Ze kenne wel wat verkocht haopperde zijn vrouw.
(Uit: Kneuterboertjes van J. Knape)
blaeuw
bl
rieuw
hraeuw
Op het voormalig eiland Goeree vinden we enkele
woorden die verwantschap tonen met het Bruus.
In tegenstelling tot het Flakkees en in overeenstemming
met het Zeeuws wordt de g in het voorvoegsel 'ge-' voor
het voltooid deelwoord weggelaten.