Aflevering 174 winter 2011
t
Het gaat hier denkelijk om een in schoonschrift geschreven exemplaar.
In 1517 wordt Jacob de Grave, bouck-printer uit Antwerpen poorter van
de stad; Meester Jan, druckere van Halle, in 1525 en Jan de Printer van
Sint Winoxbergen in 1548. Sommige van deze namen komen we tegen als
boekverkoper of boekbinder. Dat zij hier hun beroep als drukker hebben
uitgeoefend is niet zeker en waarschijnlijk ook niet meer te achterhalen.
De Kuere van Zeelandt werd in 1541 in Antwerpen gedrukt evenals
Reigersbergh's Chronyck in 1551. Ook andere belangrijke Zeeuwse auteurs
lieten hun boeken buiten Zeeland drukken.
De vrees voor de strenge plakkaten op het drukken en verspreiden van
boeken zal de drukkers, vooral in Middelburg in de nabijheid van de abdij
en de Spaansgezinde overheid, niet aangemoedigd hebben. Daarbij komt
nog dat de behoefte aan een drukker, gezien het toen nog geringe culturele
leven in Zeeland, niet erg groot zal zijn geweest.
Anders wordt het na de overgang van Middelburg in 1574. De stad wordt al
spoedig een van de belangrijkste centra van de Noordelijke Nederlanden.
Op bestuurlijk en cultureel gebied gaat Middelburg een vooraanstaande
plaats innemen. Veel mensen die vanwege hun geloof uit de Zuidelijke
Nederlanden en later ook uit Engeland wegtrekken, vinden er een onderdak.
De Merchants Adventurers vestigen er hun nieuwe handelscentrum.
Hendrick Schilders komt in 1576 uit Zierikzee naar Middelburg om zich daar
als drukker en lettersteker te vestigen, maar overlijdt nog in datzelfde jaar.
Zijn weduwe woont nog in 1581 in een van de huizen van de Abdij.
Gabriel Guyot
In augustus 1577 doet de stedelijke overheid een poging om een drukker
aan te trekken. Het college van wet en raad neemt contact op met Jan
Stel, een Antwerps drukker die als refugé in 1566 in Londen als lid van het
drukkersgilde is aangenomen. Hij krijgt het voorstel om zijn bedrijf voor
de tijd van zeven jaar in Middelburg te vestigen. Als vergoeding zal hij 8
ontvangen zodra hij met zijn drukkersgereedschap is aangekomen. Verder
zal hij voor het uitoefenen van zijn bedrijf nogmaals S 8 krijgen, en ook
vrijstelling van de stadsaccijns voor vijftien tonnen bier en een pijp wijn.
Ondanks deze gunstige voorwaarden hadden de pogingen van de stad geen
succes.
Begin 1580 wordt door het stadsbestuur een commissie afgevaardigd
onder leiding van de pensionaris mr. Willem Roelsius om in
onderhandeling te treden met Gabriel Guyot, lettergieter en drukker te
Antwerpen, en te horen op welke voorwaarden hij genegen is om zijn
'bibliotece ende winckel op te zetten en te brengen'. Guyot behoorde tot een
bekende Antwerpse familie van lettergieters. De commissie, waarschijnlijk
een gezamenlijke actie met de Staten van Zeeland, had deze keer meer
succes. Op zijn verzoek wordt Guyot op 29 april 1580 een woning
toegewezen in de voormalige abdij en krijgt hij een bedrag van 200 gulden
voor reparatie daarvan. Vervolgens komt in de stadsrekening van 1581 een
post voor van 6 aan Guyot betaald als jaarwedde voor een half jaar als
'druijcker deser stede'. Meer dan een plakkaat van 1581 voor de staten is
mij van zijn pers echter niet bekend. Hij beschikte wel over de benodigde
materialen, want op 23 januari 1580 leent hij van zijn broer Francois 396
carolusguldens by hem comparant besteet ende geemployeert aen sekere
gereetschap van druckeryeIn de rekening van de Staten van Zeeland van