m
10 Aflevering 172 zomer 2011
I
Peter Daane
Emigratie naar de Verenigde Staten
Peter Daane was zonder twijfel de belangrijkste Oostburger van de
eerste generatie. Hij werd geboren op 26 maart 1835 in Westkapelle
als de oudste van een gezin van negen kinderen. In 1842 reisde het
gezin Daane (uitgezonderd Jan, die met zijn grootmoeder Apollonia
Van der Driest-Willeboordse, pas vier jaar later emigreerde) op de
tweemaster Fame via Vlissingen naar New York. Daarna vestigden ze
zich in Pultneyville, een soort Klein-Nederland in de staat New York
en een eerste woonplaats voor veel Nederlandse emigranten. Vijf jaar
later, in de lente van 1847, reisde de familie, zoals zoveel Nederlandse
emigranten, verder naar het westen, naar Wisconsin. Het land was
er nog vrijwel onontgonnen, de regering stelde goedkoop grond ter
beschikking en vader Pieter Daane wist bij Holland Township (ten
noordoosten van Sheboygan) 80 are woudland te verwerven a 1,25. Ze
kapten de bomen, bouwden een houten hut en vestigden er een nieuw
thuis voor zichzelf.
Huwelijk en Burgeroorlog
Pieter Daane ging later naar Oostburg, omdat daar zijn oom en tante
en hun gezin (eveneens afkomstig uit Westkapelle) woonden, de Van
Driests. In het kleine plaatsje werd hij verliefd op Susanne Eernisse. Zij
was geboren in Cadzand op 31 juli 1833. Op 24 september 1854 huwde
het stel. Ze kregen negen kinderen, vijf dochters en vier zonen.
Zeven jaar later brak de Amerikaanse Burgeroorlog uit. Peter diende,
samen met zijn broer Adriaan, vanaf 21 augustus 1862 drie jaar in
F-company van het 27"' Wisconsin Volunteer Infantry Regiment en vocht
onder andere in Arkansas en Alabama. Aanvankelijk een sergeant en
op 26 juli 1864 gepromoveerd tot tweede luitenant, zwaaide hij af in
Brownsville, Texas op 19 augustus 1865, vier maanden na de de facto
eindoverwinning van de Unie op de Confederatie.
Succes in zaken en publieke functies
Na de oorlog begaf Daane zich, geheel in lijn met zijn ondernemende
karakter, 'in bussiness'. Hij bouwde en verwierf in 1867 een warenhuis,
in 1873 een stationmagazijn, in 1878 een houtbedrijf en in 1879 een
korenmolen. Verder vervulde hij vele publieke en politieke functies,
zoals thesaurier van Oostburg (1860), voorzitter van het plaatselijk
bestuur (1862, 1866-1874), postmeester (1868-1893), vrederechter (vanaf
1869), lid van de raad van afgevaardigden in de staat (1873) en president
van de Oostburg State Bank (vanaf 1910).
Pas laat, in september 1913, verzocht en verkreeg hij het Amerikaanse
staatsburgerschap. Op 7 juni 1914 overleed hij, 79 jaar oud.
De verplaatsing van Oostburg naar de huidige plek is zijn werk.