Aflevering 172 zomer 2011
Wat vind je het leukste om te doen?
Ja, dat optreden vind ik heel leuk, maar ook de 'praetgroep' bie Rie
Rosmolen. Dat is altijd zo 'leutig' en gezellig en we doen daar ook nog veel
voor het dialect.
Het allermooiste om te doen vind ik het werk in het Hospice Het
Kaaskeshuus in Zierikzee. Dat geeft heel veel voldoening. En het is heel
gezellig, hoor. Het is daar echt niet een somber sterfhuis. Die mensen
vinden het heel fijn als ze in het Zeeuws met je kunnen praten.
Hoe denk je over de toekomst van het dialect?
Nou, ik hoop dat het goed blijft gaan. Er zullen altijd wel mensen zijn die er
zich voor zullen blijven inzetten, maar ik zou ook graag hebben dat ze het
op school zouden promoten, al deden ze het maar een uurtje in de week.
Maar nu is het ook zo: de kleinste kindertjes die praten hoog-Hollands. Dat
kan ik ook niet begrijpen.
Ze eindigt: "Ik dienke as 't over zou hae, dat ze d'r dan vrêêd veel spiet van
zulle hè!"
Met deze verzuchting ben ik het roerend eens en het is tevens een prachtige
zin om het interview mee te besluiten. Ik hoop Marietje nog vaak te
ontmoeten, o.a. in de 'praetgroep', zoals ze het zelf noemt, bij de familie
Rosmolen in Zierikzee. Mochten de Zeeuwse dialecten ooit teloor gaan, aan
haar zal het niet liggen.
Pau Heerschap
M N STIKJE
Moe j' 's even luusteren!
Met die titel heeft de Zeeuwse Dialectverênigieng, waarvoor ik namens het
Land van Axel in het bestuur zit, een luisterhoek uitgebracht op twee cd's
met daarop 21 verhalen van samen 140 minuten. Van die vertellers zijn er
negen Zeeuws-Vlamingen, waarmee de drie oude delen, de Landjes van
Cadzand, Axel en Hulst zeer goed vertegenwoordigd zijn.
Dialect is volgens mij een spreektaal, al zijn er mensen die het nog
verdienstelijk op papier weten te zetten. In de PZC staat er elke zaterdag
een bijdrage in een Zeeuws dialect en ook BN/deStem heeft in 'Zeeland
Rond' aandacht voor dialect, oude liedjes en gedichten en Free van de
Schoofkas.
Een streektaal is het Zeeuws niet geworden en dat vond ik ook een onzinnig
gedoe. Zet maar eens een Koewachtenaar en iemand van Eede met nog
iemand van Ossenisse en een inwoner van Breskens bij elkaar en luister
maar hoe het gesprek dan loopt. Als ze allemaal eentalig zijn en daarmee
echt goed en alleen hun dialect als 'vervoermiddel' gebruiken, zullen ze
elkaar moeizaam verstaan.
In onze schooltijd werd er op het schoolplein nog plat dialect gesproken.
Die tijden zijn voorbij. Mijn dochters hebben het in Zaamslag rond 1980 tot
1985 op hun schoolplein nog net meegemaakt. Nu klinkt daar de tong-r en
moet je echt niet meer met wudder en zudder aankomen.