Aflevering 178 winter 2012
een reactie op de hervormde kerk die te liberaal was geworden. De
Afscheiding vond in het Land van Axel (Axel, Terneuzen, Zaamslag)
een vruchtbare voedingsbodem. 'Op 9 maart 1847 vertrokken uit Axel 7
personen, uit Terneuzen 4 en uit Zaamslag 6 personen naar Amerika.'1
Uit heel Zeeland vertrokken in die weken niet minder dan 457 mannen,
vrouwen en kinderen en dat maakte op de achterblijvers een heel grote
indruk. De uittocht was goed voorbereid. De predikanten Albertus C.
van Raalte uit Ommen en Hendrik P. Scholte uit Utrecht hadden het
initiatief genomen om de overtocht te begeleiden. Het nieuwe land met
vooral de vrijheid die hier in Nederland werd gemist, moedigde ook
sympathisanten in de Hervormde Kerk aan zich aan te sluiten bij de
emigrantengezelschappen.2
Wesseling zegt dat de kerkenraadsnotulen van 15 mei 1849 spreken van
niet minder dan 186 personen die de overtocht niet konden betalen, nl. van
Zaamslag 98, Terneuzen 50 en Axel 38.
Wesseling noemt duidelijk de oorzaken van die emigratie. Als eerste
noemt hij het feit dat de Afgescheidenen op allerlei manieren werden
tegengewerkt in hun geloofsuiting, maar ook in hun broodwinning, terwijl
de aardappelziekte en de cholera-epidemie grote ellende veroorzaakten.
Uit Biervliet sloten zich bij deze groep Afgescheiden zeker twee gezinnen
aan. Dat waren timmerman Jacobus Moerdijk en zijn zwager, wagenmaker
Willem de Visser, die zich in de zomer van 1849 inscheepten naar Amerika.
Een andere reden om naar het vrije westen te verhuizen, was zoals gezegd
van economische aard: armoede, aardappelmisoogst en cholera. In
gezinnen met veel kindermondjes was het moeilijk voor de hard werkende
ouders om voldoende geld te verdienen.
In hetzelfde seizoen (voorjaar 1849) vertrok burgemeester Cornelis
Gerardus van Altena. In de memoires van de eerder genoemde Moerdijk
komen we de naam van onze burgemeester nauwelijks tegen, zodat
gevoeglijk geconcludeerd mag worden dat hij met de leden van de
Afscheiding geen geloofsrelatie heeft onderhouden. Ook niet later in
Amerika. Toen Moerdijk zich liet uitschrijven uit de gemeente Biervliet,
ontmoette hij op het stadhuis ongetwijfeld Van Altena en spraken ze wel
over hun ambities in het land aan de overkant van de oceaan. Moerdijk
noemt dit afscheid terloops.
We vermelden nog even dat de bekende Jannes van de Luijster, de man die
in Borssele zijn boerderij verkocht (1847) en met een groep naar Amerika
vertrok, getrouwd was met een Biervlietse: Dina Naeije, geboren 29 april
1796. Na haar huwelijk vertrok ze naar Hoofdplaat. Vandaar verhuisde ze
met haar Jannes in 1816 naar Borssele. Dit alles toont toch wel dat het
begrip 'emigratie' in Biervliet niet zo abstract was. Het kon dus net voor het
vertrek van de burgemeester, gekoppeld kon worden aan dorpsbewoners
als Moerdijk en De Visser en voor de oudere generaties dorpsbewoners aan
Dina Naeije, die vroeger ook in deze leefgemeenschap woonde.
Gezin
Of de spanningen tijdens de geboorte van de Belgische staat iets te maken
hadden met het vertrek uit Nieuwpoort en de komst naar Biervliet van