Aflevering 178 winter 2012
in de bezette gebieden opgeofferd worden. Seyss Inquart vaardigt op 21
juli 1942 een verordening uit om koper te vorderen. Al tegen het einde van
1942 is een aantal klokken in het zuiden van Nederland slachtoffer van deze
verordening.
In Nederland zijn er in 1939 al maatregelen getroffen om kunstschatten
veilig te stellen. Op aanbeveling van de Rijksdienst voor Monumentenzorg
is een verzoek uitgegaan om een lijst samen te stellen van klokken die in tijd
van oorlog opgeofferd konden worden, mocht er schaarste aan koper en
tin ontstaan. De kwestie van bescherming van kunstschatten wordt onder
verantwoordelijkheid gebracht van een 'Inspectie Kunstbescherming'. Na
wat gesteggel besluit men om alle klokken die van historisch belang zijn te
merken met een letter M (Monumentenzorg). Er gaat zelfs een schriftelijk
verzoek uit naar de bevelhebbers van de krijgsmachten van Duitsland,
Engeland en Frankrijk om de M-gemerkte klokken te sparen.
In een verdere poging door de Inspectie Kunstbescherming om het proces
te vertragen zijn de klokken in groepen verdeeld. Van Duitse zijde is er
de toezegging om de historisch belangrijke klokken aan een inspectie te
onderwerpen en die met een P (Prüfung) te merken. Ook hierdoor wordt
uitstel bevorderd, omdat er eerst nog eens omslachtig 'gekeurd' moet
worden.
Naar Groningen gebracht
De Inspectie Kunstbescherming deelt de klokken als volgt in: een groep die
met een A gemerkt wordt betreft moderne klokken, die onmiddellijk naar
Duitsland vervoerd kunnen worden. Groep B heeft weliswaar een zekere
historische waarde, maar kan eventueel afgestaan worden. Ten slotte is er
de groep C die samen met de reeds M-gemerkte klokken een zodanige kunst
waarde bezitten dat deze zo lang mogelijk vastgehouden moeten worden.
Zoals later nog zal blijken, is de Ouddorpse klok met een C gemerkt.
Hoewel de Inspectie Kunstbescherming de waardevol gemerkte klokken
door onderhandelen tot begin 1943 nog kan behouden, heeft een
ongelukkige wending in het verloop van de oorlog dit plan bedreigd.
Reeds in het voorjaar van 1943 moet Duitsland rekening houden met
een dreigende geallieerde invasie. Deze situatie leidt ertoe dat ook de
M-gemerkte klokken uit de kerktorens moeten verdwijnen, om vervolgens
vervoerd te worden naar Duitsland en daar omgesmolten te worden. Deze
gemerkte klokken, ook die van Ouddorp, worden in een depot bij Leerdam
verzameld om vandaar naar Duitsland verscheept te worden.
De schipper van een schip met de toepasselijke naam 'Op hoop van zegen'
heeft zijn met klokken geladen vaartuig op het IJsselmeer bij Urk tot zinken
gebracht, om zo de klokken te sparen. In tegenstelling tot wat vaak beweerd
wordt, is de Ouddorpse klok daar niet bij. Deze C-gemerkte klok wordt op
13 april 1943 krachtens verordening 79/1942 door een zekere Johannes de
Vos in ontvangst genomen in opdracht van Joseph Meulenberg. De klok is
gemerkt C 1159, weegt ongeveer 400 kg. en heeft een doorsnede van 78 cm.
Hij wordt eerst opgeslagen in het dicht bij Leerdam gelegen depot Spijk
en wordt vervolgens naar Groningen vervoerd, om vandaar verscheept te
worden naar Hamburg. De kraan waarmee de klokken in een schip geladen
zullen worden is echter door sabotage 'onklaar' gemaakt. Enkele dagen na
de bevrijding van Groningen op 18 april 1945 werkt plotseling alles weer
naar behoren.