in Ouddorp ontmoet heeft en die voorzitter is van de oudheidkamer in Pretoria, uitvoerig en op poëtische wijze op het feit van de bijzondere band tussen het geslacht Pretorius en de Ouddorpse kerkklok. Omdat deze gegevens in Zuid-Afrika gepubliceerd worden, raakt het verhaal over de klok van Ouddorp daar wijd verbreid. Den Eerzamen vermeldt in zijn boek ook de tekst die op de klok staat. Enkele woorden ervan heeft hij archaïsch gespeld: 'gemaeckt' en 'geraeckt'. Op de huidige klok staat in het rijmpje 'gemaakt' en 'geraakt'. Zou Eijsbouts de spelling gemoderniseerd hebben? Of heeft Den Eerzamen die niet juist overgenomen? De waarde van de klok Al met al moet geconcludeerd worden dat de huidige klok een product is van de firma Eijsbouts en dateert van het jaar 1954. Op 8 januari 1989 schrijft de heer H. J. van Nieuwenhoven, adviseur voor behoud en conservering van onder andere geschiedkundige klokken en speelklokken van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, als hem gevraagd wordt wat het huidige historische belang en de waarde is van de bestaande Ouddorpse kerkklok: 'De klok heeft een zekere historische waarde, gelet op het jaartal en de klokkengieter. De klokkengietersfamilie Burgerhuys heeft vooral klokken in Zeeland gegoten. De huidige waarde is na hergieting aanzienlijk minder. Dit is immers de oorspronkelijke klok niet meer. Vanwege het kopiëren van de opschriften en versieringen is dit echter wel een historisch document.'8 Aflevering 178 winter 2012 Noten 1. Boers 1843, p. 94 e.v. 2. Unger 1926. 3. Pretorius 1997, 258 e.v. 4. Den Eerzamen z.j., 68-69. 5. Wikipedia, Eijsbouts. 6. Pretorius 1997, 263. 7. Den Eerzamen z.j., 68. 8. Pretorius 1997, 263. Literatuur B. Boers, Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee, Sommelsdijk 1843. W. S. Unger, 'Het klokkengietersgeslacht Burgerhuys', Archief Zeeuwsch Genootschap 1926, 19-29. F. den Eeerzamen, Het eiland Goeree-Overflakkee, Ouddorp z.j. Francois J. Pretorius, Op 'n Onmeetlikheid: van Eén Eindpunt Na 'n Ander, Z.pl. 1997.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2012 | | pagina 29