- 30 Aflevering 178 winter 2012 hoofdrolspeler: Jacobs vader en familie, zijn jeugdjaren, Batavia, woelingen op Walcheren, de godsdienstige perikelen en achtergronden en uiteraard de beroemde reis naar de Stille Oceaan, het komt allemaal aan bod. Aan het einde van het boek wordt heel kort verwezen naar de plaats van Jacob Roggeveen in de Nederlandse literatuur (p. 303), zoals twee gedichten van Slauerhoff en het magistrale verhaal Zuidland uit de gelijknamige bundel van P.F. Thomése (1990). Boudewijn Büch ontbreekt in deze opsomming, terwijl juist hij zich regelmatig met Paaseiland en Jacob Roggeveen heeft beziggehouden, onder andere in zijn 'eilandenreeks'. Peter Sijnke Voor zilver en Zeeuws belang Voor zilver en Zeeuws belang. De rampzalige Zuidzee-expeditie van de Middelburgse Commercie Compagnie, 1724-1727 (bez. en inl. Ruud Paesie). Zutphen: Uitgeversmaatschappij Walburg Pers, 2012. 240 blz., ISBN 978.90.5730.845.1, €29,50. En dan was er ook de presentatie van het boek Voor zilver en Zeeuws belang. De rampzalige Zuidzee-expeditie van de Middelburgse Commercie Compagnie, 1724-1727 op zaterdag 3 november 2012 in de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg, tijdens de WCH-studiemiddag 'Nederlandse Zuidzee-expedities en de Zeeuwse betrokkenheid in de vroegmoderne tijd' (zie de Mededelingen van de Werkgroep CultuurHistorie elders in dit nummer). Het boek, bezorgd en ingeleid door maritiem historicus en WCH- bestuurslid dr. Ruud Paesie, verscheen als deel 111 in de reeks Werken van de Linschoten-Vereeniging. In 1724 organiseerde de kort daarvoor opgerichte Middelburgse Commercie Compagnie (MCC) een handelsexpeditie naar de Stille Zuidzee. Doel van de reis was de westkust van Zuid-Amerika: een verboden gebied met rijke zilvermijnen, dat onder Spaans gezag viel. Bij Kaap Hoorn kwamen de schepen in problemen. Door hevige stormen keerden twee schepen naar Brazilië terug. Alleen de Don Louis wist Kaap Hoorn te ronden. Daarbij liep het fregat zware averij op. Ook nam het aantal sterfgevallen onder de bemanning snel toe. Na een verblijf van zes maanden in 'Baai de Blijde Hoop', een afgelegen fjord aan de zuidkust van Chili, zette het Zeeuwse schip de reis naar Peru voort. Hier werd het op 31 december 1725 met behulp van enkele muitende opvarenden door een Spaans schip genomen. Na maandenlange gevangenschap, gevolgd door een tocht over de landengte van Panama en een zeereis naar Europa, arriveerde onderstuurman Hubregt Kempe op 1 mei 1727 in Middelburg, als een van de weinige overlevenden van deze rampzalige expeditie. Kempe beschrijft in zijn reisverslag het verloop van deze expeditie vol tegenslag en ontbering. Het relaas geeft een goed beeld van het harde zeemansbestaan, oplopende spanningen tussen de zeelieden en het dagelijkse gevecht om te overleven in een onbekende en verafgelegen streek: 'Den 21e ditto [aug. 1725] quamen het volck agterop tegen den captein klagen als dat zij maar hondevlees aten.' In zijn inleiding, een essay van 55 pagina's dat Kempe's verslag ook

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2012 | | pagina 32