U im\'r Ibcj qfeöutiöei tot Sinrte-kcfocn mfu' icerc
4 mn
Aflevering 178 winter 2012
Spelende kinderen
op het Abdijplein,
gravure van Adriaen
van de Venne in:
'Sinn 'en Minne
beelden (Middelburg
1618) van Jacob Cats
Zeeuwse Bibliotheek
Beeldbank
feesten, muziek, spelen, bedrijven en beroepen - alles afgebeeld met
bekwame, lichte hand en met veel smaak voor het sprekende detail, voor
de 'kleine dingen' en de anekdote. In zijn gedicht 'Zeeusche Mey-clacht',
opgenomen in de Zeeusche Nachtegael, doet hij een hem kenmerkende
uitspraak over wat in zijn ogen de schilderkunst was:
'Men beelt af met de verw van al wat menschen weten,
De tijden van het jaer, de dagen en planeten,
De deucht, en ooc ondeucht, al watmen laet of doet,
Dat wijst de stomme cunst in grooten overvloet.
Al wat een Cunst-Poët te voor-schijn weet te halen;
Al wat een groot verstant onsienelicken siet,
Dat thoont de Schilder-const al offet waer geschiet'.
Zowel in diverse emblemata als in zijn boekillustraties toont hij een groot
talent in de weergave van de lagere volksklasse. Dit genre weet hij levendig
en vaak met humor gestalte te geven in personen als een scharensliep, een
mosselman (zie de afbeelding in de vorige aflevering), een marskramer, een
kwakzalver en een schoorsteenveger.
Zijn devies was 'ick soeck en vindt', en steeds inspireerden hem nieuwe
thema's of andere technieken, zoals de grisailleschildering, waarvan hij als
een van de weinigen meer dan honderd panelen vervaardigde.
,x nvgis Seria -