m worden in het Kohier 1465 genoemd. Oei Jansz., 'de pilsemaker', zal als bontwerker in het duingebied voornamelijk met konijnenbont in de weer zijn geweest. Verwijst de familienaam van Cop Schoerzyl, die grond 'bezuyden Clifs' bezat, naar de uitoefening van het schippersberoep? Tientallen ogenschijnlijk onopvallende Pierszonen, Claeszonen, Corneliszonen daargelaten, treffen we in het Kohier een nog aardig aantal interessante voornamen en patronymica aan. Meerdere namen zijn van vrouwelijke bezitters, van wie hierboven Wijnen werd genoemd. Verschillende namen lijken bij families te behoren waarvan tot in de vorige en huidige eeuw leden op Schouwen hebben gewoond of daar nog steeds woonachtig zijn, bijvoorbeeld bij de geslachten Beye, Kloote en Pelle. Andries en Jan Pier Ravelszn., bezitters van waarschijnlijk in Renesse gelegen haaimangrond, kunnen vroege leden van de familie De Glopper zijn geweest.47 Tenslotte moeten, en passant, misschien nog de vreemdsoortige voornamen van manspersonen als 'Kye', 'Baloge', 'Gole', 'Everocker' en 'Toeloever' ter sprake gebracht worden. De toenaam Kloote en de voornaam Gole bleven lange tijd behouden als deel van een toponiem in Koudekerke (S.) en Noordwelle: het 'Corn. Clootesbevangh' en het bevang genaamd 'Golendijke' (1753).48 Gedaan en ander onderzoek Een bijzonder archiefstuk als het Kohier 1465 uit uit de ambtsperiode van rentmeester beoosten Schelde Willem Bolle, kon onder de aandacht komen door twee bij elkaar horende onderzoeksopdrachten door het Zeeuws Archief aan de tweede auteur toevertrouwd. Hierdoor heeft deze meer dan 150 middeleeuwse jaarrekeningen kunnen raadplegen.49 Een vijftiende-eeuws belastingdocument met namen van twee onbekende nederzettingen en veel namen van bezitters van grotere en kleinere stukken duinland in de Kop van Schouwen, is een van de voorbeelden van resultaten van onderzoek in het rekenkamerarchief van Zeeland. Ettelijke belangrijke documenten over het laatmiddeleeuwse verhaal van Zeelands noordelijkste eiland, zullen verscholen gaan in de zeventien meter archivalia van de Zeeuwse rentmeesters in de Bourgondisch-Oostenrijkse jaren. Ter bestudering van de vroegere geschiedenis van de dorpen en steden op Schouwen-Duiveland en hun inwoners, zal een aandachtig onderzoek in het rekenkamerarchief altijd kostelijke vruchten afwerpen. 16 Aflevering 175 voorjaar 2012 Henk Dale bout is proces-technologisch medewerker bij de Koninklijke Zeelandia Groep BV en vrijwilliger bij het Gemeentearchief Schouwen-Duiveland; Sander den Haan is archivaris bij het Zeeuws Archief De auteurs zijn historisch-geograaf dr. Frans Beekman te Den Haag, enkele jaren geleden gepromoveerd op een onderzoek naar het Schouwse duingebied, zeer erkentelijk voor het nalezen van hun eerste concepttekst. Het besproken document van belasting van Schouwse duinpercelen in 1465 berust bij het Zeeuws Archief, in het archief van de Rekenkamer van Zeeland Bourgondisch-Oostenrijks Tijdvak (1433-1584) onder inv.nr. 874 (achter in de 15de Jaarrekening 1465/1466 ingebonden bijlage). Dries de Ruiter te Renesse en Henk Dalebout fotografeerden het. Via de internetsite archieven, nl kan het document worden geraadpleegd, samen met de door auteur Dalebout vervaardigde transcriptie. Een en ander is vindbaar op de website archieven.nl na invoering van 'willem bolle' en '874'.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2012 | | pagina 18