Aflevering 175 voorjaar 2012
Aan de weduwe van B. van Dalen levert de boekverkoper in 1798 o.a.:
een bijbel in octavo verguld op snee in spaansch leer gebonden
4 kleine Proeven in Fransche bandjes gebonden en 26 dito in cartonnen
bandjes
een bijbel in schede fluweel overtrokken
2 Luthersche Psalmboekjes wit op snede in Laken genjaaid]
een Dessendiaen Psalmboek in kalf Eng:[else] band gebonden
een 12 Luthersch Psalmboek zwart op snee en in Laken gen.[aaid]
En aan collega Isaac de Winter bijvoorbeeld twintig Statennotulen in hoorn
gebonden en acht dito met de wapens in goud opgezet.
Soms is er een bijzondere leverantie. Voor collega Abrahams zet hij een
naam op een 'Boeke Tas'. En wat te denken van, tussen alle bindwerk
en boeken, ineens een post voor leverantie van 'Erten en boonen'? Die
is trouwens wel te verklaren: de levering werd gedaan op het moment
dat het drukkersgilde (en ook de andere gilden) moesten stemmen voor
de 'verzetting van de wet', dat wil zeggen het herkiezen of nieuw kiezen
van het stadsbestuur. Dat werd gedaan met erwten en bonen. In een pot
gedeponeerde bonen waren stemmen vóór een kandidaat, erwten tegen.
De identiteit
Die confrères samen met de hierboven genoemde Naamlyst vormen
de sleutel voor de oplossing van het raadsel van zijn identiteit. Van de
Naamlyst wordt aan alle particulieren (met een heel enkele uitzondering)
één exemplaar verkocht. De collega's daarentegen nemen bijna zonder
uitzondering steeds meerdere exemplaren af. Een nadere bestudering zal
waarschijnlijk ook leren dat hun prijs lager was. Daaruit mag je afleiden
dat onze boekverkoper er ook de uitgever van was. Dan is de link snel
gelegd: de Naamlyst is van 1792 tot 1798 uitgegeven door F.L. Wetter in
Middelburg. Naast boek- en papierverkoper en binder was hij dus ook
nog uitgever. Er zijn nog andere aanwijzingen. Hij noemt o.a. 'Neef R. van
Zwijndregt'. Wetters eerste echtgenote was Cornelia van Zwijndregt.
Er zijn nog vier andere uitgaven van hem bekend waaronder een in
Middelburg uitgesproken rede van C.H.D. Ballot (Buys Ballot) over de
beoefening van de natuurkunde (1790). In 1790 geeft hij ook een Kronyk-
register van de vooraaamste gebeurtenissen van 't begin der weereld.
uit, in 1795 een boekje over de Volkssociëteiten en later een pamflet over
de vraag of het een 'Christen zedelyk geoorloofd is van de inenting
der kinderziekten gebruik te mogen maken'. Daarnaast is een twintigtal
uitgaven bekend waarop zijn naam als één van de verkoopadressen wordt
vermeld. In de Naamlyst komen ook herhaaldelijk zijn eigen bijdragen voor.
Vaak patriottisch getint.
Maar Wetter had blijkbaar nog meer bronnen van inkomsten nodig. Samen
met neef Van Zwijndregt in de 'Langeville op den Hoek van het Bedde-Wijk
Straatje' richt hij een begrafenissociëteit op onder de zinspreuk 'Geen
Wysheid is 'er ooit zo groot, Als dikwils denken aan de Doodt'. Voor een
inleg van drie stuivers werd bij overlijden een bedrag van honderdtachtig
gulden uitgekeerd.