34 Aflevering 175 voorjaar 2012 Terug naar de rijmpjes. Over welke onderwerpen maak je rijmpjes? Eigenlijk echt over van alles. Als ik maar een goed onderwerp heb, kan ik wel een rijmpje maken. Dat gaat dan over zaken als de zee, de wind, de nacht, de goede oude tijd, belasting betalen, geld... Maar soms ook meer serieuze zaken als de watersnood, kinderen opvoeden en zelfs enkele Bijbelse verhalen. Maak je veel religieus getinte rijmpjes? Eigenlijk heel weinig, omdat ik daar erg voorzichtig mee ben. Ik lees ze ook bijna nooit voor omdat ik bang ben dat de mensen het als spot op zouden vatten. Iets wat het juist helemaal niet is. Bovendien vind ik maar weinig verhalen geschikt om daar in het dialect een rijmpje over te maken. Natuurlijk zijn er prachtige verhalen zoals De verloren zoon, de zalving van David tot koning, of figuren als Ruth of Mozes. Tot nu toe heb ik er nog maar één keer een paar voorgelezen. Dat was op een middag voor senioren van een kerk. Ik had eerst gevraagd of ze er geen bezwaar tegen hadden. De reacties waren wel unaniem positief. Stop je een boodschap in je rijmpjes? Nee, wel vaak een dubbele bodem, maar zeker geen boodschap. Als er al eens iets van een boodschap in komt is dat toevallig zo gelopen. Het mogen zeker geen preken worden. De enige preek die ik als rijmpje gemaakt heb, is "Een preek voo den ond". Dat is dan vooral een stukje zelfspot geworden waarin ik aan de jonge hond vertel dat de opvoeding deze keer gegarandeerd anders zal zijn. Om in voetbaltermen te spreken, ontstaat er soms spontaan een prima voorzet. Ik kan het dan natuurlijk niet laten om die binnen te koppen. Ter illustratie zal ik eindigen met de laatste regels van de Bijbelse figuur Ruth. Je noemt je rijmpjes met opzet geen gedichten? Gedichten hebben volgens mij alles met poëzie te maken. Dat is literair echt van een andere orde dan mijn rijmpjes. Ik ben redelijk goed in het vertellen van verhalen op rijm. Soms komt er toevallig een zin in voor waarvan ik denk dat die niet zou misstaan in een gedicht. Meer moet dat niet zijn. Èn dao schiet me noe net nog iets te binnen, in Jezus zijn stamboom gao j'oek Ruth vinnen. Laot dao misschien je gedachten es over gaon, Jezus aod een allochtone in Zijn stamboom staon. Leen de Jonge Evergem, winter 2012

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2012 | | pagina 36