Aflevering 175 voorjaar 2012 door de foto. "Wat een prachtige foto is die nieuwe kiekplaete," schrijft hij enthousiast en hij gaat verder: "Die foto zou wel eens bij ons in het brede afwateringskanaal van de polder Oosterland genomen kunnen zijn, ver voor de Tweede Wereldoorlog. In de Huile, zo noemden we die". De boot is een zwarte geteerde houten bak, waarop aan de rechterzijde een "boam" staat, waarmee de "jolle" werd voortbewogen. Er waren geen roeiriemen aan boord. Aan de voorzijde van de "jolle", links op de foto, is een paal, scharnierend, een stevige dwarsbalk (essenhout?), dat aan het andere uiteinde van de dwarsbalk hangt, op en neer kan worden bewogen. Het "kruusnette" is een vierkant vismet dat uiten wordt gehouden door twee elkaar kruisende buigzame stokken (wilgenhout?). O de geschetste wijze werd het net onder water gelaten en van tijd tot tijd omhoog gehaald in de hoop dat er dan juist op dat moment zich een paling of een andere vis boven bevond. In tegenstelling tot dit "gemechaniseerde" exemplaar werden "kruusnètten" ook vanaf de wil gebruikt waarbij de dwarsbalk niet werd ondersteund door een paal, maar als een soort hengels op en neer werd bewogen. Het geheel dan wel van iets minder zware constructie zijn geweest. "Kruusnètten" werden in mijn jeugd veel gebruikt om te vissen in brede binnenwateren, zoals spuiboezem, een weel of zoals hier: vermoedelijk een afwateringskanaal." Kijk, hebben we niet alleen de naam van het voorwerp, maar ook de werkwijze doorgekregen. Ook de heer W. P. de Jonge is op de hoogte. Lees maar: "Zo te zine is hier een visser met zijn kruisnet afgebeeld. Als kind zag ik ooit een visser met zijn kruisnet bezig. Hij viste vanaf de oever van een watergang en liet met behulp van een staakt en een touw het kruisnet langzaam in het ondiepe water tot op de bodem zakken. Het gebogen kruis stak nog gedeeltelijk boven water uit. Na enige tijd trok de visser aan het touw. De staak kwam omhoog en daardoor het net boven water. Op deze manier probeerde hij de vis te verschalken. Na een aantal trekken"zocht hij een eindje verderop een nieuwe plek om zijn net te laten zakken. Ik weet niet of deze manier van bissen nog is toegestaan." Komen we terecht bij Kees van Damme uit Kortgene. Hij weet te melden dat het een visser is met een kruisnet. "Ik was een verwoed sportvisser. Mijn net was vrij klein, zodat ik ook in de smalle Noord-Bevelandse polderdulven kon vissen. De ideale omstandigheden waren: een beetje broeierig weer met onweer op de achtergrond. Na 1962, toen de Zandkreek was afgesloten, viste ik ook in het onstane Veerse Meer. Ik vind behalve ook wel eens platvis of een forelletje, die toen waren uitgezet. Bij donker weer moest je op gevoel vissen, dat wil zeggen dat je bij het ophalen van je net, scherp moest luisteren of je gespartel hoorde, wat betekende dat er een vis of vissen op het net waren. Dit gebeurde eens bij me op een pikdonkere nacht: een grote plons bij het ophalen. Ik dacht: Allemachtig, da's een joekel van een paeling, noe mae hauw mee je tuugje de kant op om de buit in de viszak te kriegen. Dat lukt men mè ik 'ooarde een vrimd blaezend geluud en het bleek een joekel van een waeterrotte te wezen. Toen bin 'k mè hauw naer uus gegae. En m'n vrouwe zei: "Bin jie noe a tuus?" Onze vaste inzender van deze Rubriek, (de smaak goed te pakken heeft)

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2012 | | pagina 38