WIE HET WEET MAG HET ZEGGEN Aflevering 175 voorjaar 2012 We mogen wel zeggen dat er altijd enthousiast gereageerd wordt op de KIEKPLAETE. Zo heeft de redactie al een aantal malen een prijs kunnen uitreiken voor het goede antwoord. Om te weten wie het goed gezien heeft, moet de redactie natuurlijk zelf het voorwerp kennen. Maar nu bestaan er ook voorwerpen, woorden of foto's waarvan niemand (meer)weet wat het is, voorstelt of betekent, zelfs de redactie niet. Daarom is er het idee ontstaan om in Nehalennia een nieuwe rubriek te beginnen, onder de naam 'WIE HET WEET MAG HET ZEGGEN'. Als u iets heeft waarvan u niet weet wat het is, laat het ons weten en wij vragen het onze lezers. Hier dan het eerste probleem: De rubriek "Maas- en Scheldebode", 90 jaar geleden, een publicatie van de Vereniging Streekmuseum Goeree-Overflakkee, die regelmatig in Eilanden-Nieuws verschijnt, wordt misschien wel intensiever gelezen dan de samensteller ervan vermoedt. In de aflevering van 13 januari stond het volgende berichtje, dat ooit in de krant van 8 januari 1922 te lezen was: "OUDDORP In de Zeeduinen bij de Visschershoek worden veel roezeis aangetroffen. Vooral het woord 'roezeis' deed veel stof opwaaien. Wat zijn eigenlijk roezeis? Op zaterdag 14 januari al werd ik enkele malen opgebeld met deze vraag. Men verwachtte dat ik als 'dialectkundige' wel direct een antwoord zou weten. Maar ook ik had geen flauw idee. Eerst maar eens op internet gezocht, een handig hulpmiddel in deze moderne tijd. Maar nee, hoe ik ook googlede: geen enkel zinnig antwoord. De enige betekenis ik daar tegenkwam was: ruches of strookjes aan een bepaald soort damesblouse. Nee, die zullen daar wel niet in de duinen gelegen hebben. Daarna alle beschikbare woordenboeken nageplozen: de Grote Van Dale, het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, dialectwoordenboeken, etymologische woordenboeken, woordenlijsten van dialectdissertaties. Zelfs gespeurd in een woordenboek met de dialectnamen van alle vogels die in Nederland voorkomen. Nog maar eens het woord PLAND in Google ingetypt. Dan kom je terecht op de site van het Meertens Instituut voor dialectologie en naamkunde in Amsterdam. SAND staat voor een database met alle Nederlandse dialectnamen van planten. Maar ook daar kwam het woord roezel(s) niet voor. Ineens herinnerde ik me de titel van een boek met dialectstudies, dat nog ergens in huis moest liggen: Kroezels op de bozzem. Moest er misschien kroezels staan? Het kon zijn dat er destijds een zetfout ingeslopen was, want in 1922 ging dat allemaal nog met de hand. Het was even zoeken, maar het woord werd gevonden. Het bleek een Brabantse en Limburgse benaming voor 'kruisbessen, klapbessen' te zijn. Dat leek wel een aannemelijke verklaring, maar 'kruisbessen' ('doorebeien' in het Ouddorps of 'doornappels' in het Flakkees) in de winter? De maandag na het weekend bleven de telefoontjes met vragen aanhouden. Nog steeds kon ik geen zinnig antwoord geven, want ook de kruisbessentheorie had ik inmiddels opgegeven. Dinsdag moest ik naar een vergadering van de Wetenschappelijke

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2012 | | pagina 47